Volgens minister Onkelinx vragen 10.143 huisartsen het sociaal statuut aan - beduidend minder dan de 15.471 artsen die zich conventioneren. Ze zet met deze cijfers de puntjes op de i inzake het aantal 'spookartsen'.
...
Volgens minister Onkelinx vragen 10.143 huisartsen het sociaal statuut aan - beduidend minder dan de 15.471 artsen die zich conventioneren. Ze zet met deze cijfers de puntjes op de i inzake het aantal 'spookartsen'.Luk Van Biesen, volksvertegenwoordiger voor Open VLD, berekende dat voor het sociaal statuut dan bijna 33 miljoen euro te veel zou begroot worden. Achtduizend 'valse' huisartsen treden toe tot het akkoord artsen-ziekenfondsen - dat wil zeggen: ze tekenen tegen het akkoord geen protest aan. Daarvoor ontvangen ze in ruil een sociaal voordeel van 4.325 euro.Hij en andere volksvertegenwoordigers hadden daar nogal wat vragen bij. In een schriftelijk antwoord zette de minister van Volksgezondheid deze schatting in een preciezere context. Van de 15.471 artsen die toetreden tot het tarievenakkoord dienen er maar 10.143 een 'geldige' aanvraag in voor het sociale statuut.Praktijktoelage of 'behoud van erkenning'?Luk Van Biesen steunde zijn vraag op de stelling van het SVH, dat het aantal geconventioneerde huisartsen berekend wordt op een totaal van 18.000 artsen terwijl - in 2011 - maar 9.759 artsen een praktijktoelage ontvingen. Een dikke 8.000 artsen treden dus toe tot het akkoord, maar hebben minder dan 1.250 raadplegingen per jaar en nemen geen deel aan de wachtdiensten van een erkende kring.De minister gaat in haar antwoord uit van Ministerieel Besluit van 1 maart 2010 in plaats van het aantal toegekende praktijktoelagen. Dat MB legt de criteria vast voor de erkenning van huisartsen - niet alleen voor het verkrijgen maar ook het behouden van de beroepstitel. Vanaf 2010 wordt ook nagegaan welke artsen niet voldoen aan de criteria voor het behoud. Die gegevens voor het jaar 2010 zijn evenwel pas sinds begin dit jaar beschikbaar.Zevenjarige schemerzoneHet 'kadaster van gezondheidszorgberoepen' telde in 2010 15.038 'erkende huisartsen'. Daarvan voldeden er evenwel 6.580 niet aan een of meer criteria van het MB:- 4.760 'erkende huisartsen' hadden geen 500 patiëntencontacten per jaar;- 4.907 van hen namen geen deel aan een wachtdienst;- 4.445 van deze groep hielden geen GMD bij over patiënten;- 5.251 van de huisartsen waren niet geaccrediteerd.De minister stipt aan dat deze lijst niet definitief is: artsen krijgen nog de mogelijkheid te bewijzen dat ze wel aan alle criteria voldoen. Ze ontvangen daarover een brief (zie AK 2229). Pas wanneer ze vijf achtereenvolgende jaren niet voldoen aan de criteria, moeten ze zich verantwoorden voor de erkenningscommissie. Geeft die commissie een negatief advies, dan nog krijgt een arts twee jaar de tijd om ervoor te zorgen dat hij opnieuw in orde is.Volgens de minister zitten er in het kadaster ook nogal wat gepensioneerde huisartsen, die gewoon niet de moeite doen om hun erkenning in te trekken. De FOD Volksgezondheid is evenwel verplicht hen elk jaar opnieuw aan te schrijven.Het akkoord artsen-ziekenfondsen, ten slotte, wordt niet alleen voorgelegd aan de volgens dit MB erkende huisartsen, maar ook aan haio's, artsen met verworven rechten en gediplomeerde artsen die niet gespecialiseerd zijn. Zo kwam je in 2010 in totaal aan 17.922 'algemeen geneeskundigen'.Van Biesen vindt dat het antwoord van de minister nog vele vragen onbeantwoord laat, en zal Onkelinx nog verder over de kwestie ondervragen in de Kamer.Blijvende discrepantieAls maar 10.000 geconventioneerde huisartsen het sociaal statuut aanvragen, kunnen er geen 8.000 spookartsen zijn, zoals het SVH aangeeft. Maar als je de redenering van het SVH volgt: er is nog steeds een discrepantie tussen 9.759 huisartsen met praktijktoelage, en het aantal 'erkende huisartsen' dat een sociaal statuut aanvraagt, plus het aantal gedeconventioneerde artsen (toch nog meer dan 12.000).