Na het uitbreken van de grootschalige oorlog in Oekraïne in februari 2022 startten de Stad Brussel en het UMC Sint-Pieter een medische samenwerking met verschillende Oekraïense ziekenhuizen. In mei volgden we Brussels burgemeester Philippe Close bij een bezoek aan een ziekenhuis in Kiev en een revalidatiecentrum aan de rand van de Oekraïense hoofdstad.
...
Op de eerste verdieping van het openbare ziekenhuis nr. 6 in Kiev hangt een foto van de Belgische wielerkampioen Remco Evenepoel aan de muur van een directiekantoor. Philippe Close heeft de knipoog niet gemist. "We hebben de foto laten signeren toen Oekraïense artsen naar Brussel kwamen voor een training", vertelt de burgemeester. Het verhaal symboliseert de band die dit ziekenhuis in Kiev sinds tweeënhalf jaar met de stad Brussel verbindt. Begin mei reisde Philippe Close met een delegatie naar de Oekraïense hoofdstad om de hulp aan de partnerziekenhuizen te bekijken en deze partnerschappen officieel te maken via het plaatsen van een gedenkplaat. Dit is de derde keer dat de burgemeester voet zet in het land sinds de Russische invasie. De eerste "verkennende missie" vond twee jaar geleden plaats, in mei 2022. Twee volledig uitgeruste ambulances en medische voorraden werden vervoerd naar Kiev en Lviv, een stad in het westen van het land. "Dat was twee maanden na het begin van de Russische invasie. En de nood was toen al hoog", vertelt Philippe Close aan een handvol lokale journalisten. "Door het voorbeeld dat de Stad Brussel wil geven, willen we tonen dat iedereen Oekraïne op zijn eigen manier kan helpen. Als we Oekraïne helpen, helpen we Europa als geheel." Brussel heeft, in samenwerking met de Stichting UMC Sint-Pieter, vooral gekozen voor medische samenwerking door twee ziekenhuizen in Kiev te steunen die gespecialiseerd zijn in revalidatie. Meer recent heeft ze ook noodhulpvoorzieningen in de buurt van het oostelijk front gesteund, in de steden Zaporija en Dnipro. Met de intensivering van de oorlog heeft de Oekraïense gezondheidszorg te kampen met steeds grotere behoeften. Het aantrekken van internationale donoren is een uitdaging geworden, zo niet een kwestie van overleven."Het is een beetje als covid voor ons", had dokter Philippe Leroy, directeur van het UMC Sint-Pieter, ons voor ons vertrek uitgelegd. "Plotseling nam de activiteit in Oekraïense ziekenhuizen met een factor 1000 toe. Onze lokale collega's zegden ons: We hebben niet genoeg apparatuur. Dit waren heel specifieke dingen, zoals een type scalpel dat gebruikt wordt voor reconstructieve chirurgie, een bepaald chirurgisch instrument, retractors enzovoort. Dat we nu, twee jaar later, nog steeds zo'n constructieve relatie hebben, komt omdat er zo'n concrete band was." (Leroy zal deze herfst de leiding van de Cliniques universitaires Saint-Luc overnemen). Volgens Philippe Leroy bood Oekraïne de Stichting UMC Sint-Pieter een nieuwe kans om haar expertise op het gebied van internationale solidariteit in te zetten. "Het doel is om in te spelen op de behoeften die ter plaatse worden geuit. Het is niet aan ons om te zeggen wat we gaan doen. Je moet vragen wat de mensen nodig hebben. Je moet luisteren", legt Philippe Leroy uit.Een bezoek aan ziekenhuis nr. 6 in Kiev geeft een idee van de praktische hulp die het ziekenhuis krijgt. Er staan fysiotherapietafels uit het ziekenhuis in Brussel en apparatuur voor logopedie, ergotherapie en fysiotherapie. "Dankzij deze apparatuur kunnen we bijvoorbeeld werken aan de handmotoriek om patiënten te helpen weer functioneel te worden", merkt een arts op.Het ziekenhuis, dat gestabiliseerde burger- en militaire gewonden opvangt voor revalidatie, voert ook reconstructieve chirurgie en huidtransplantaties uit. "Onze chirurgische afdeling bereidt patiënten ook voor op het dragen van protheses. Het is erg moeilijk om een prothese aan te passen. Er zijn gemiddeld drie tot vier maanden follow-up nodig", zegt hoofdarts dr. Yehor. De prothesen, waar steeds meer vraag naar is, worden in ongeveer honderd werkplaatsen in Oekraïne gemaakt. Op het gelijkvloers geeft een kamer uit op een vreemde kubus in het midden. Het is een gloednieuwe CT-scanner. De nood daaraan werd tijdens de eerste missie vastgesteld. Het toestel kostte 500.000 euro, waarvan 250.000 euro werd betaald door de Stad en de Stichting. Dergelijke hulp is mogelijk dankzij een fonds dat gefinancierd wordt door de Stad, door de Stichting UMC Sint-Pieter, maar ook dankzij sponsoring - de Solvay-Stichting bijvoorbeeld, particuliere bedrijven zoals Immobel of Engie, maar ook particuliere donateurs." Sinds de lente van 2022 is er een toenemend aantal retourritten tussen Brussel en Oekraïne. De bestaande vloot is uitgebreid met extra uitrusting en twee andere ambulances. Opleiding is een ander onderdeel van dit partnerschap. In juni 2023 kwam een trio fysiotherapeuten van het UMC Sint-Pieter hun ervaring delen met Oekraïense collega's in het revalidatiecentrum Pushcha Vodystia. Het centrum ligt aan de rand van Kiev, op een steenworp afstand van de beruchte stad Boetsja. Het Pushcha Vodystia centrum helpt gewonde militairen "om terug te keren naar een zo normaal mogelijk leven", legt directeur Borys Borysov uit. Het is de laatste fase van de revalidatie. Het afgelopen jaar is het centrum gemoderniseerd om aan de nieuwe behoeften te voldoen. De betonmolens zijn het bewijs van het werk in uitvoering. "Er zijn hier 150 patiënten en we verwachten er nog 40 extra. Zodra we een nieuwe verdieping openen, komen er nieuwe patiënten bij", voegt Borys Borysov toe. Uiteindelijk moet het revalidatiecentrum plaats kunnen bieden aan 350 patiënten. Zes van de tien verdiepingen van 1.700 m2 zijn al gerenoveerd.Van de magnetische kaartsloten tot de inclusieve kamers en de indeling van de ruimte om te bewegen en toegang te krijgen tot de trainingsapparatuur: alles is ontworpen om het verblijf van de patiënten en hun re-integratie in het burgerleven te vergemakkelijken.Personeelstekort was de reden om een antizwaartekrachtloopband uit Brussel te importeren. Dit hulpmiddel bevordert de neurologische revalidatie door patiënten in staat te stellen de verbinding met hun zenuwstelsel en ruggenmerg te herstellen, waardoor ze weer vanzelf kunnen lopen."Het contact met het Sint-Pieterziekenhuis geeft ons meer kracht om ons werk voort te zetten", bevestigt Borys Borysov, die niettemin uitgeput lijkt door het gebrek aan personeel. "We kunnen bedden kopen, maar zonder personeel heeft dat geen zin. Het duurste wat we hebben is ons gekwalificeerd personeel."Volgens Borysov kost het een miljoen euro per jaar om de salarissen van alle specialisten te dekken. "Ze willen hier niet lang blijven omdat er geen middelen zijn om hen te houden. Ze gaan naar privéklinieken die meer betalen. We proberen geld te vinden in de gemeentebegroting, maar dat is beperkt", zegt de directeur. Om het tekort op te vangen vertrouwt het ziekenhuis op jonge artsen die al doende leren. Het UMC Sint-Pieter deelt ook zijn expertise in de behandeling van seksueel geweld met Oekraïne. "Dit is een aspect van oorlog dat niet vaak onder de aandacht wordt gebracht, maar waarmee we vertrouwd zijn door de oorlog in Kivu (Democratische Republiek Congo), door het partnerschap dat we zijn aangegaan met dr. Denis Mukwege", benadrukt dr. Philippe Leroy. Kort na de intensificatie van het Oekraïense conflict in 2022 kwam er een verzoek uit de stad Lviv, in het westen van het land, om ondersteuning bij het opvangen van mensen die het slachtoffer waren geworden van seksueel geweld tijdens de opmars van de Russische troepen. "Ook al omwille van religieuze redenen waren ze niet erg op hun gemak met het onderwerp... Dus zeiden we dat we onze ervaring konden delen. De expertise is er." Dat ondanks de taalbarrière en de culturele verschillen. Een delegatie van veertien mensen werd geselecteerd door de gemeenteraad van Lviv en in september 2022 naar Brussel gestuurd. Deze uitwisseling en onderdompeling in het Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG) leidde tot de oprichting van een klein counselingcentrum in Lviv, dat sinds november 2023 operationeel is, dankzij de steun van Immobel. Het centrum, Women's Perspectives genaamd, steunt in het bijzonder op de netwerken van vrouwenbewegingen in het land en op opvanghuizen om de anonimiteit van de slachtoffers te garanderen en elke stigmatisering van een zo gevoelig thema te vermijden.