...

Bepaalde kankers en behandelingen kunnen seksuele gevolgen met zich meebrengen. Enerzijds kan de behandeling zorgen voor een verlaagd lichaamsbeeld. Denk bijvoorbeeld aan een mastectomie, orchiëctomie, littekenvorming door bepaalde ingrepen, haarverlies en gewichtstoename. Een deel van de patiënten ervaart ook een algemeen verminderd seksueel functioneren (verminderd libido, opwindingsproblemen, verminderd orgasme). Anderzijds kan de behandeling ook tot klachten leiden ter hoogte van de geslachtsorganen. "Een veelvoorkomende klacht bij borstkankerpatiënten is vaginale droogte, waardoor geslachtsgemeenschap pijnlijk kan worden (dyspareunie). Door chemo- of hormonale therapie kunnen premenopauzale borstkankerpatiënten op jongere leeftijd postmenopauzaal worden en dus sneller met deze klachten te maken krijgen. Daarnaast is er vaak ook sprake van vasomotorische klachten, zoals opvliegers. Deze kunnen hevig worden, gezien de antihormonale behandeling dit ook in de hand kan werken," vertelde gynaecoloog dr. Koen Traen (Borstkliniek, OLV Ziekenhuis Aalst)."Wat betreft prostaatkanker, is een gerobotiseerde radicale prostatectomie de meest voorkomende ingreep die we hiervoor uitvoeren. Hierdoor verliest men een zaadlozing bij een orgasme. Ook vormen erectiestoornissen een frequente complicatie," legde dr. Geert De Naeyer (Urologie, OLV Ziekenhuis Aalst) uit. "De kans op dergelijke complicatie hangt van een aantal factoren af, zoals de leeftijd van de patiënt, vooraf bestaande kwaliteit van erecties, de aard van het gezwel en de uitgebreidheid van de ingreep. Bij jongere mannen die een zenuwsparende ingreep ondergaan is er meestal kans op een goed herstel van de erectiele functie. Bij een uitgebreid gezwel waarbij dergelijke ingreep niet kan worden uitgevoerd, bestaat er uiteraard een hogere kans op erectiele disfunctie. Erectiestoornissen komen ook frequent voor bij bestraling. Deze mensen krijgen vaak ook een antihormonale therapie, wat meestal tot een verminderd libido leidt. Uitwendige bestraling op de prostaat en omliggende zenuwen kan echter ook voor een definitieve erectiele disfunctie zorgen."Dr. Traen: "Voor vaginale droogte en dyspareunie kunnen glijmiddelen op waterbasis en vaginale moisturizers een optie vormen, maar dit zijn eigenlijk lapmiddelen. De klachten worden veroorzaakt door een tekort aan oestrogeen. De drempel ligt echter zeer hoog om lokaal oestrogeen voor te schrijven, aangezien borstkanker vaak hormoonafhankelijk is. Voor het verminderen van opvliegers vormen het antidepressivum venlafaxine en de bloeddrukverlager clonidine de eerste keuze, omdat deze als bijwerking het aantal en de intensiteit van opvliegers verlagen.""De eerste stap in de medicamenteuze behandeling van erectiestoornissen vormt de inname van PDE5-remmers, zoals sildenafil, vardenafil en tadalafil. Het ene product is daarom niet beter dan het andere," aldus dr. De Naeyer: "Recent is er ook een nieuw geneesmiddel op de markt (avanafil). Deze markt is dus in volle onderzoek en evolutie. Belangrijk is om patiënten goede instructies te geven inzake het tijdstip van inname, dosis en de te verwachten neveneffecten (hoofdpijn, duizeligheid, blozen), zodat ze niet direct opgeven. Een tweede mogelijkheid is auto-injectietherapie waarbij lokaal vasodilaterende substanties in de zwellichamen van de penis worden ingespoten. Wij gebruiken hierbij een mengsel van papaverine, prostaglandine E2 en fentolamine. De optimale dosis vinden kan soms een zoektocht zijn, waarbij de feedback van de patiënt centraal staat. Een te hoge dosis kan bijvoorbeeld leiden tot een te langdurige en pijnlijke erectie (priapisme), wat we uiteraard willen vermijden. Als ook dit niet werkt, vormen een vacuümpomp of erectieprothese een optie, maar gelukkig dient dit niet zo frequent te worden toegepast.""Het aspect van informatie en communicatie is zeer belangrijk," legde psychologe Tiny Van Keymeulen (OPST, OLV Ziekenhuis Aalst-Asse-Ninove) uit: "Mensen goed informeren is vaak al genoeg, omdat ze dan begrijpen wat er in hun lichaam gebeurt. Als er dan toch vragen of zorgen zijn, gaan we in gesprek om te achterhalen wat er speelt en staan we stil bij de partner- en seksuele relatie zowel voor als na de behandeling, en hoe ze hun veranderd lichaam op vlak van intimiteit en seksualiteit ervaren. Veel heeft met beleving te maken. Zo zijn vrouwen vaak meer gespannen, waardoor gemeenschap pijnlijker kan zijn. Door hun angst voor pijn te durven benoemen, komt er meer begrip. Vervolgens stimuleren we hen om op andere positieve manieren hun lichaam te herontdekken en seksualiteit te beleven, en proberen we hen uit die gespannen sfeer te halen."Van Keymeulen benadrukte dat het belangrijk is om reeds van in het begin aan te kaarten dat de kankerbehandeling ook op seksueel vlak een impact kan hebben. "Bij de diagnose zien alle patiënten standaard een verpleegkundig specialist die informatie levert. Bij de start van de therapie gaat de sociaal verpleegkundige verder in op de nevenwerkingen en mogelijke invloed op seksualiteit, en op elk moment kunnen psychologen ingeschakeld worden. Ook wordt dit thema in onze informatiesessies besproken en hebben wij brochures klaarliggen.""We kunnen begrijpen dat de combinatie van een veranderd lichaamsbeeld met lichamelijke klachten niet gemakkelijk kan zijn," concludeerde dr. Traen: "Ondertussen is hier wel meer focus op en denk ik ook dat we als arts in de eerste plaats zelf meer moeite moeten doen om deze problematiek aan te kaarten bij de patiënt en er actief naar moeten vragen, waarna we eventueel kunnen doorverwijzen voor psychosociale of psychoseksuele counseling."Dit wordt ook benadrukt in de ASCO-richtlijnen over het bespreekbaar maken van seksuele problematiek bij kankerpatiënten, die in 2017 opnieuw zijn aangepast.1Referenties:Carter J et al. J Clin Oncol 2017; doi: 10.1200/JCO.2017.75.8995.