...

In deze studie hebben de onderzoekers de expressie van Ki67, oestrogeenreceptoren (ER), progesteronreceptoren (PR) en de receptor voor de humane epidermale groeifactor type 2 (HER2) met immunohistochemie (IHC) bepaald bij een primair DCIS. De patiënten werden op grond van de immunohistochemische bevindingen in moleculaire fenotypes ingedeeld: luminaal A (ER+ of PR+ en HER2-), luminaal B (ER+ of PR+ en HER2+), HER2 (ER-, PR- en HER2+) en drievoudig negatief (ER-, PR- en HER2-)] en dan werd het recidiefpercentage vergeleken. Uiteindelijk deden zich 57 recidieven voor (18,2%): 35 gevallen van DCIS (11,2%) en 22 invasieve kankers (7%). Het recidiefpercentage na vijf jaar was laag bij een luminaal type A DCIS (7,6%) tegen 15,8%-36,1% bij de andere fenotypes. Onafhankelijke voorspellers van een recidief bij multivariate analyse waren de resectieranden (< 1 mm) (HR 4,31, p < 0,001), hooggradige letsels (HR 2,28, p < 0,024) en het moleculaire fenotype (HR 5,14, p = 0,001 voor luminaal type B; HR 6,46, p < 0,001 voor het HER2-type en HR 3,27, p = 0,028 voor drievoudig negatieve borstkanker in vergelijking met luminaal type A DCIS). Onafhankelijke voorspellers van een invasief recidief waren een hoge expressie van Ki67 (HR 1,04, p = 0,021) en het moleculaire fenotype (HR 13,4, p = 0,014 luminaal type B; HR 11,4, p = 0,027 voor het HER2-type; HR 10,3, p = 0,031 voor drievoudig negatieve borstkanker in vergelijking met het luminaal type A DCIS).