...

De IMPRESS-studie heeft een combinatietherapie van gefitinib en chemotherapie vergeleken met chemotherapie alleen bij patiënten met een niet-kleincellige longkanker met een gemuteerd EGFR-gen die was verergerd tijdens een eerstelijnstherapie met gefitinib. Tyrosinekinaseremmers vormen de eerstelijnstherapie bij patiënten met een niet-kleincellige longkanker. Na optreden van resistentie zal de tumor echter gewoonlijk toenemen. Er zijn dan twee therapeutische mogelijkheden: de TKI stopzetten en vervangen door chemotherapie op basis van een platinazout of de TKI voortzetten in combinatie met een platinazout. "De tweede optie kan interessant zijn gezien de vermoedelijke heterogeniteit van de tumor op het ogenblik dat er resistentie tegen TKI optreedt. Verschillende retrospectieve studies hebben overigens aangetoond dat de tumorprogressie snel toeneemt als de TKI wordt stopgezet. "We hebben deze studie uitgevoerd om na te gaan of de resultaten van retrospectieve studies ook zouden worden teruggevonden in een prospectieve, gerandomiseerde studie", legde Tony Mok uit.Tweedelijnstherapie De studie werd uitgevoerd bij 265 patiënten bij wie een behandeling met gefitinib een complete remissie van minstens 4 maanden had bewerkstelligd of de ziekte had gestabiliseerd gedurende minstens 6 maanden. "Dat was een belangrijk gegeven. We moesten er immers zeker van zijn dat de patiënten baat hadden gevonden bij een behandeling met een TKI", zei de Chinese specialist. De patiënten werden in twee groepen ingedeeld. Een groep werd verder behandeld met een combinatie van cisplatine + permetrexed + gefitinib (n = 132) en de andere groep met cisplatine + pemetrexed + placebo (n = 132). Het primaire eindpunt van de studie was de progressievrije overleving (PFS). Secundaire eindpunten waren de totale overleving (OS), het totale responspercentage (ORR), het percentage ziektecontrole (respons + stabilisering) en de veiligheid of de tolerantie. Er was geen verschil in de mediane duur van de behandeling tussen de twee groepen. Het mediane aantal behandelingscycli was 5.De oorlog woedt voort De mediane PFS was 5,4 maanden in de twee behandelingsgroepen. Wat dat betreft, is de studie dus negatief. Er was evenmin een verschil in responspercentage en percentage ziektecontrole tussen de twee groepen. "De IMPRESS-studie is dus al met al niet zo impressionant", zei Tony Mok. Op dit ogenblik lijkt de overleving beter te zijn in de placebogroep dan in de behandelde groep, maar we kunnen nog geen definitieve conclusies trekken omdat de sterfte tot nog toe maar 33% bedraagt. De mediane totale overleving bedraagt momenteel 14,8 maanden met gefitinib en 17,2 maanden in de placebogroep. Eén van de factoren die het verschil in overleving tussen de twee groepen zou kunnen verklaren, is dat de patiënten in de placebogroep na afloop van de studie chemotherapie en tyrosinekinaseremmers hebben gekregen. "Hoe dan ook, het blijkt dus geen zin te hebben om de behandeling met gefitinib voort te zetten na tumorprogressie." Beide behandelingsschema's werden even goed verdragen. Tijdens de studie werden de bijwerkingen gezien die klassiek optreden met dergelijke geneesmiddelen.IMPRESS is dus de eerste studie die aantoont dat toevoeging van een EGFR-TKI na tumorprogressie bij patiënten met een NSCLC geen zin heeft. Daarmee is de strijd tegen NSCLC echter nog niet verloren. Binnenkort zullen er geneesmiddelen in de handel worden gebracht die gericht zijn tegen specifieke mutaties.