...

De kankers werden ingedeeld naargelang ze al dan niet hadden kunnen worden voorkomen, en volgens het geslacht. Slokdarmkanker werd bij mannen en vrouwen beschouwd als een kanker die kan worden vermeden, pancreaskanker werd beschouwd als een kanker die niet kan worden vermeden, maagkanker als een kanker die kan worden vermeden bij mannen, maar niet bij vrouwen.Bij de mensen zonder beroepsactiviteit (en vooral diegenen die geen werk zochten) was de specifieke kankersterfte hoger dan bij de mensen die wel een beroep hadden. Een mogelijke verklaring daarvoor is de materiële onzekerheid, die kan verklaren waarom mensen minder naar een arts gaan, en die kan resulteren in een minder gezonde levenswijze. Maar er blijken ook verschillen te zijn in de actieve bevolkingsgroep naargelang van de aard van het beroep.De kankerspecifieke sterfte blijkt hoger te zijn bij handarbeiders dan bij kantoorbedienden, landbouwers en werknemers in de visindustrie en geldt voor alle kankers die kunnen worden vermeden (behalve bepaalde vormen van melanoom en prostaatkanker), maar de sterfte is vooral hoog bij kankers die te wijten zijn aan het gebruik van alcohol en tabak (long-, slokdarm-, hoofd- en halskanker). Die kankers treffen ook mannen die werkzaam zijn in de dienstensector en de handel. Vanthomme K et al.: Site-specific cancer mortality inequalities by employment and occupational groups: a cohort study among Belgian adults, 2001-2011. BMJ Open 2017;7:e015216. http://bmjopen.bmj.com/content/7/11/e015216.full?ijkey=Pq5M7Xo22TW3sC3&keytype=ref