...

In deze studie werd vastgesteld dat 216 (56%) van de 386 patiënten met een terminale kanker palliatieve chemotherapie hebben gekregen 4,0 maanden (mediane waarde) voor hun overlijden. Het gebruik van palliatieve chemotherapie ging gepaard met een hoger risico op mechanische beademing en/of cardiopulmonale reanimatie tijdens de laatste levensweek (14% vs. 2%; 95% BI = 5,0% -15,5%). Het gebruik van palliatieve chemotherapie resulteerde ook in een latere transfer naar een eenheid voor palliatieve zorg (54% vs. 37%; 95% BI = 3,6% -23,6%), maar verbeterde de overleving niet (HR = 1,11, 95% BI = 0,90 - 1,38). Patiënten die palliatieve chemotherapie kregen, stierven ook vaker op een intensivecareafdeling (11% vs. 2%; 95% BI = 1,1% -11,1%) en minder vaak thuis (47% vs. 66%, 95% BI = - 1,0% tot - 20,6%) dan patiënten die geen palliatieve chemotherapie kregen. Patiënten die palliatieve chemotherapie kregen, hadden vaker hun voorkeur geuit voor een behandeling om "het leven te verlengen" dan voor comfortzorg (39% vs. 26%, p = 0,01), met inbegrip van chemotherapie als ze daardoor langer zouden kunnen leven, al was het maar één week (86% vs. 60%, p <0,001).Wright AA et al. Associations between palliative chemotherapy and adult cancer patients' end of life care and place of death: prospective cohort study. BMJ 2014; 348:g1219 doi: 10.1136/bmj.g1219.