...

De analyse ging over de gegevens van meer dan 28.000 patiënten die werden verzameld tussen 2007 en 2014. Bij de agressieve interventies hoorden bijvoorbeeld een opname via spoed, een ziekenhuisverblijf en behandelingen met radio- of chemotherapie. In totaal kreeg drie kwart van de patiënten dit type behandeling : 30% chemotherapie, 30% invasieve interventies zoals een biopsie of chirurgie. Twee op de drie patiënten werden opgenomen via spoed of in het ziekenhuis, 15% tot 20% kreeg zelfs intensieve zorgen en 10% tot 20% radiotherapie. Aanbevelingen niet opgevolgdDeze houding gaat volgens de auteurs in tegen de aanbevelingen van de ASCO die wil vermijden dat behandelingen tegen de ziekte zelf opgestart worden bij patiënten met tumoren in een gevorderd stadium die weinig kans hebben om er voordeel uit te halen. De ASCO geeft in deze situatie de voorkeur aan palliatieve zorgen die de symptomen kunnen verlichten. Deze aanbevelingen werden al in 2012 opgesteld, maar ze lijken de houding van de Amerikaanse artsen helemaal niet veranderd te hebben. Levenskwaliteit ondermijnd Deze gegevens roepen heel wat vragen op. In de eerste plaats moet precies achterhaald worden waarom de aanbevelingen zo weinig gevolgd worden. Het is voor de arts uiteraard niet eenvoudig om te bepalen hoe lang een patiënt nog te leven heeft. Aan de andere kant kan het ook de patiënt zijn die zich niet kan verzoenen met het onvermijdbare en vragende partij blijft. Toch heeft een te lange en te frequente toevlucht tot agressieve behandelingen een belangrijke impact op de levenskwaliteit van terminale patiënten. Supportieve en palliatieve zorgen worden er in grote mate door uitgesteld en blijven onderbenut. Dat versterkt de achteruitgang van de patiënt nog meer. BezinnenWe willen wel benadrukken dat het hier gaat over Amerikaanse gegevens en dat het niet eenvoudig is om ze te extrapoleren naar de Europese situatie. Toch is deze moeilijke denkoefening waardevol voor alle betrokkenen: artsen, verzorgend personeel, verwanten van de patiënt en tot slot ongetwijfeld voor de patiënt zelf.