...

Tussen 22 april 2005 en 12 februari 2010 werden 551 patiënten in de studie opgenomen. Zo'n 526 patiënten waren in volledige remissie na inductie. 463 patiënten werden gerandomiseerd naar E. coli L-asparaginase intramusculair (n = 231) of PEG-asparaginase intraveneus (n = 232). De totale frequentie van bijwerkingen van asparaginase was vergelijkbaar in de twee groepen: 65 [28%] van de 232 kinderen van de PEG-asparaginasegroep en 59 [26%] van de 231 kinderen die E coli l- asparaginase kregen (p = 0,60). De frequentie van allergie (p = 0, 36), pancreatitis (p = 0,55), bloedingen of trombotische complicaties (p = 0,26) was vergelijkbaar in de twee behandelingsgroepen. De mediane follow-up was 6,0 jaar (IQR 5,0-7,1). De ziektevrije overleving na vijf jaar was 90% (95% BI 86-94) bij de patiënten die waren behandeld met PEG-asparaginase intraveneus, en 89% (85-93) bij de patiënten die E coli L-asparaginase intramusculair hadden gekregen (p = 0 ,58). Het aantal patiënten en ouders dat zich angstig voelde, was significant hoger in de E. coli L-asparaginasegroep dan in de PEG-asparaginasegroep. De frequentste graad ≥ 3 bijwerkingen waren bacteriële of fungusinfecties (die zijn opgetreden bij 47 (20%) van de 232 kinderen die werden behandeld met PEG-asparaginase intraveneus, en bij 51 (22%) van de 231 kinderen die werden behandeld met E. coli L-asparaginase intramusculair) en allergische reacties op asparaginase (bij respectievelijk 14 (6%) en 6 (3%) van de kinderen.