...

In deze studie werd het hele genoom geanalyseerd van 321 kinderen die vincristine kregen voor de behandeling van ALL. Een erfelijke variant van het CEP72-gen verhoogt het risico en de ernst van een vincristineneuropathie. Dat is de belangrijkste conclusie van de studie. Kinderen die twee kopieën van de variant van het CEP72-gen hebben overgeërfd (ongeveer 16% van de patiënten) liepen significant meer kans (ongeveer 3,5-maal meer) om een vincristineneuropathie te ontwikkelen en ontwikkelden ook een ernstigere neuropathie. De auteurs hebben een genoomwijde associatiestudie uitgevoerd bij de patiënten van twee prospectieve klinische studies. De ene studie werd uitgevoerd bij 222 patiënten bij wie de diagnose tussen 1994 en 1998 werd gesteld in Saint Jude (Memphis, TN). De andere, multicentrische studie bij 99 patiënten van de Children's Oncology Group (COG) loopt nog altijd. Van alle patiënten konden de onderzoekers beschikken over kiemcel-DNA voor analyse. In Saint Jude hebben 64 (28,8%) van de 222 patiënten een perifere neuropathie ontwikkeld op vincristine. In de COG-groep 22 (22,2%) van de 99 patiënten. Van de patiënten die een hogere dosering van vincristine hadden gekregen, heeft 39,6% een vincristineneuropathie ontwikkeld. Bij de patiënten die een lagere dosering hadden gekregen was dat slechts 5,9%. De patiënten die één variant van het CEP72-gen hadden overgeërfd, liepen respectievelijk 2,43-maal (Saint Jude) en 4,1-maal (COG-groep) meer kans om een neuropathie te ontwikkelen.