...

De METEOR-studie werd in 173 centra in 26 landen uitgevoerd bij 650 patiënten met een gemetastaseerd heldercellig niercelcarcinoom die al minstens één behandeling met een VEGFR-antagonist hadden gekregen. De studie heeft cabozantinib (60 mg/ dag, n = 330 patiënten) vergeleken met everolimus (10 mg/dag, n = 328 patiënten). De behandeling werd voortgezet tot tumorprogressie of optreden van ernstige bijwerkingen. Het primaire eindpunt was de progressievrije overleving zoals bepaald door een comité van onafhankelijke radiologen. De mediane progressievrije overleving was 7,4 maanden met cabozantinib en 3,8 maanden met everolimus (HR 0,58, p < 0,001). Het percentage objectieve respons na 17 maanden was 21% met cabozantinib en 5% met everolimus (p < 0,001). Bij een tussentijdse analyse nadat 202 patiënten waren overleden, was de totale overleving (een secundair eindpunt van de studie) hoger in de cabozantinibgroep dan in de everolimusgroep (HR 0,67; p = 0,005). De frequentie van graad 3- of graad 4-bijwerkingen bedroeg 68% met cabozantinib en 58% met everolimus. De frequentste bijwerking van cabozantinib ongeacht de graad was diarree (74%). Andere frequente bijwerkingen waren vermoeidheid (58%), nausea (50%), verlies van eetlust (46%) en palmoplantaire erytrodermie (42%). We bespreken die gegevens verder in het volgende nummer van Belgian Oncology News.