...

Cabozantinib is een klein gericht geneesmiddel en meer bepaald een krachtige multityrosinekinaseremmer die gericht is tegen VEGFR2, MET en AXL. Activering van die laatste twee receptoren bevordert de angiogenese en de metastasering. Die receptoren worden sterk tot expressie gebracht bij langdurige toediening van sunitinib en spelen een rol bij het optreden van resistentie tegen sunitinib, nog altijd de standaardbehandeling.Cabozantinib werd met succes als tweedelijnstherapie gebruikt om de gevoeligheid van de tumorcellen voor sunitinib te herstellen (zie resultaten van de METEOR-studie).Maar waarom het daarbij laten? Zou het niet beter zijn cabozantinib voor te schrijven als eerstelijnstherapie? Doelstelling eerstelijnstherapie CABOSUN, ook ALLIANCE A032103 genoemd, is een fase II-studie die werd uitgevoerd bij 157 patiënten met een heldercellig niercelcarcinoom met een intermediaire (81%) of ongunstige (19%) MSKCC-prognose. De patiënten werden in een 1-1-verhouding gerandomiseerd naar cabozantinib 60 mg/d continu (n = 79) of sunitinib 50 mg/d in cycli van zes weken (vier weken behandeling en daarna twee weken zonder behandeling) (n = 78).Een goed derde van de patiënten vertoonde botmetastasen. Hun algemene toestand was goed bewaard: PS 0 in 46% van de gevallen, 1 in 41% van de gevallen en 3 in 13% van de gevallen, zonder significant verschil tussen de twee groepen.Het primaire eindpunt van werkzaamheid was een samengesteld eindpunt van progressievrije overleving en overlijden. De belangrijkste secundaire eindpunten waren het percentage objectieve respons en de veiligheid.Na een mediane follow-up van 20,8 maanden was het risico op tumorprogressie of overlijden significant met 31% gedaald (hazard ratio 0,69, 95% BI 0,48 - 0,99, p = 0,012). De mediane progressievrije overleving bedroeg 8,2 maanden in de cabozantinibgroep en 5,6 maanden in de sunitinibgroep.In tegenstelling tot wat de cijfers zouden kunnen laten uitschijnen, was er geen statistisch significant verschil in de mediane totale overleving. Die bedroeg 30,3 maanden in de cabozantinibgroep en 21,8 maanden in de sunitinibgroep (HR 0,80, 95% BI 0,50 - 1,26). Het verschil in het primaire eindpunt werd teruggevonden in alle prognostische groepen en ongeacht of er al dan niet botmetastasen waren.Het percentage objectieve respons was 46% in de cabozantinibgroep en 18% in de sunitinibgroep, maar ook dat verschil was niet significant.De dosering diende te worden verlaagd bij 58% van de patiënten van de cabozantinibgroep en bij 49% van de patiënten van de sunitinibgroep. Het aantal patiënten dat de behandeling heeft stopgezet wegens bijwerkingen, was vergelijkbaar in de twee groepen: cabozantinib 20% en sunitinib 21%. De belangrijkste graad 3/4-bijwerkingen die werden waargenomen bij meer dan 5% van de patiënten, waren hypertensie (28%), diarree (10%), palmaire en plantaire erytrodysesthesie (8%) en vermoeidheid (6%) met cabozantinib en hypertensie (22%), vermoeidheid (15%), diarree en trombopenie (beide 11%) en mondslijmvliesontsteking (6%) met sunitinib.Deze studie met cabozantinib als eerstelijnstherapie bevestigt dus de resultaten die al werden waargenomen met cabozantinib als tweedelijnstherapie bij de behandeling van gemetastaseerde nierkanker. Cabozantinib blijkt een geruststellend veiligheidsprofiel te hebben. Hoewel het aantal patiënten waarbij de dosering moest worden verlaagd, wat hoger was dan met sunitinib, was het aantal patiënten dat de behandeling heeft stopgezet wegens bijwerkingen, vergelijkbaar in de twee groepen.Cabozantinib heeft zijn adelbrieven als eerstelijnstherapie nog niet verdiend, maar is blijkbaar toch op de goede weg.Dr. Jean-Claude Lemaire naar de mededeling van Toni Choueiri, ESMO 2016, Kopenhagen, 7-11 oktober 2016