...

De auteurs hebben de gegevens over de overleving van 59 579 kinderen van 0 tot 14 jaar geanalyseerd bij wie tussen 2000 en 2007 een diagnose van kanker was gesteld. Die gegevens waren afkomstig van 74 kankerregisters in 29 landen en hadden betrekking op de volgende kankers: acute lymfatische leukemie, acute myeloïde leukemie, ziekte van Hodgkin, non-hodgkinlymfoom, burkittlymfoom, tumoren van het centrale zenuwstelsel, neuroblastoom, retinoblastoom, nierkanker, osteosarcoom, ewingsarcoom en rabdomyosarcoom. De overleving bij al die kankers samengenomen was 90,6% na 1 jaar, 81,0% na 3 jaar en 77,9% na 5 jaar. De vijfjaarsoverleving bij de meeste hematologische kankers bedroeg 84% tot 95%, maar de overleving bij acute myeloïde leukemie was maar 62,7%. De vijfjaarsoverleving bij kanker van het centrale zenuwstelsel was 57,5%. De 5 jaarsoverleving voor alle kankers samen is gestegen van 76,1% in 1999-2001 tot 79,1% in 2005-2007. Bij acute lymfatische leukemie is de vijfjaarsoverleving in heel Europa gestegen van 82,2% naar 87,6% (HR = 0,939, p <0,001). In de periode 2005-2007 was de 5 jaarsoverleving voor alle kankers samen met uitsluiting van kanker van het CZS het hoogst in Oostenrijk, Noorwegen en Zwitserland (> 84%). De overleving was > 80% in Denemarken, Finland en Zweden en 75% in IJsland. De overleving was duidelijk lager in de landen van Oost-Europa behalve Polen (80%).