...

Patiënten die worden behandeld wegens een gevorderde kanker, vertonen vaak symptomen, die niet altijd worden gedetecteerd of correct worden ingeschat tijdens een routineconsultatie.Op het congres van de ASCO in 2016 heeft een Franse groep een studie gepresenteerd die heeft aangetoond dat elektronische rapportering van de symptomen van patiënten met een gevorderde longkanker via een app niet alleen de levenskwaliteit verbeterde, maar ook gepaard ging met een klinisch en statistisch significante toename van de overleving (ongeveer zeven maanden in vergelijking met de gebruikelijke zorg).1 Die studie werd ook gepresenteerd op een van de officiële persconferenties.Dit jaar werd een Amerikaanse studie over datzelfde onderwerp op een officiële persconferentie gepresenteerd. De studie werd ook gepresenteerd tijdens een plenaire sessie en werd tegelijkertijd online gepubliceerd in de JAMA. De studie werd uitgevoerd bij patiënten met een gemetastaseerde kanker bij wie chemotherapie was gestart en die waren gerandomiseerd naar een klassieke follow-up of follow-up op grond van PRO (patient-reported outcomes), waarbij de patiënten via een vragenlijst op het internet informatie gaven over het bestaan en de intensiteit van 12 courante symptomen (vermoeidheid, nausea, diarree, warmteopwellingen,...). De vragenlijst werd onverschillig wanneer tussen de geplande consultaties ingevuld, minstens één keer per week. Als een patiënt van de PRO-groep een ernstig symptoom of een verergering van een symptoom meldde, kreeg de verpleegkundige die instond voor die patiënt, automatisch een elektronisch bericht. De verpleegkundige nam dan een beslissing op grond van een vooraf opgesteld algoritme. Tijdens de klassieke consultatie werd een rapport over de totale symptoombelasting van elke patiënt gemaakt en overhandigd aan de oncoloog.De studie, die werd gepresenteerd door Ethan Basch, had al aangetoond dat de interventie gepaard ging met een betere aan de gezondheid gerelateerde levenskwaliteit (primair eindpunt), een betere voor de levenskwaliteit gecorrigeerde levensverwachting, een langere duur van de chemotherapie en minder opnames op de spoedgevallendienst.2In een post-hocanalyse werd de totale overleving geëvalueerd op grond van de resultaten die verzameld waren tot en met juni 2016 (mediane follow-up van zeven jaar), toen 517 van de 766 patiënten (67%) waren overleden. De mediane totale overleving was 31,2 maanden in de PRO-groep en 26 maanden in de groep die op de gebruikelijke manier werd gevolgd.Dit betekent dat minstens de helft van de patiënten van de PRO-groep vijf maanden langer heeft geleefd dan de patiënten die op de klassieke manier werden gevolgd. Dat is een resultaat dat veel geneesmiddelen, die nochtans als een belangrijke aanwinst worden beschouwd, moeilijk halen.De onderzoekers denken dat de betere overleving zou kunnen worden verklaard door het feit dat sneller wordt gereageerd op het ontstaan of verergeren van symptomen, waardoor het risico op latere ernstige complicaties afneemt. In dat verband voegen ze eraan toe dat in 77% van de gevallen actie werd ondernomen: telefonisch contact om advies te geven over de aanpak van de symptomen of de inname van ondersteunende geneesmiddelen, wijziging van de dosering van chemotherapie en/of verwijzing naar de oncoloog.Naar Ethan Basch et al. abstract LBA2 en een interview met Marc Peeters. ASCO 2017.1. Fabrice Denis et al. abstract LBA9006.2. E Basch et al. J Clin Oncol. 2016; 34: 557-65.