...

De auteurs beschrijven in Diabetes Care het geval van twee volwassenen die 7 tot 15 weken na het starten van een behandeling met respectievelijk een PD-1-antagonist en een PD-L1-antagonist type 1-diabetes hebben ontwikkeld. Het eerste geval was een 70-jarige man met een gevorderde longkanker die werd behandeld met een PD-L1-antagonist (vijf kuren). Vijftien weken na het begin van de behandeling bedroeg de glykemie 22 mmol/l en het HbA1c-gehalte 9,8%. De patiënt werd behandeld met metformine. Tien dagen later werd hij in het ziekenhuis opgenomen wegens een ketoacidose en werd een behandeling met insuline gestart. Hij is daarna overleden aan zijn longkanker. Bij analyse van de risicofactoren werd geen genetische aanleg vastgesteld. Het tweede geval was een 66-jarige vrouw met een sarcoom van de kaak die werd behandeld met een PD-1-antagonist. Zeven weken na het begin van de behandeling, dus na drie injecties, werd ze in het ziekenhuis opgenomen wegens een ketoacidotisch coma met een glykemie van 41 mmol/l en een HbA1c-gehalte van 9,4%. Het HLA-profiel van de patiënte hield een risico op type 1-diabetes in (DR3-DQ2/DR4-DQ8). De auteurs concluderen dat PD-1-antagonisten en misschien ook PD-L1-antagonisten invloed kunnen uitoefenen op de systemen die de T-lymfocyten regelen, en zo een auto-immune diabetes kunnen opwekken. Daarnaast werden nog andere auto-immuunziekten beschreven met checkpointremmers: thryreoïditis, hypopituïtarisme, colitis, vitiligo,...