...

Wetenschappers van Harvard hebben een groot aantal canalaire carcinomen in situ (CCIS) geanalyseerd. Een CCIS is een borstkanker in een zeer vroeg stadium waarvan moeilijk te voorspellen is of er al dan niet evolutie naar een invasieve, agressieve borstkanker zal optreden. Tijdens hun onderzoek hebben ze een gen ontdekt dat essentieel is voor de tumorprogressie, het HoxA1-gen. Om de expressie van dat gen te blokkeren, hebben de biologen een nieuw therapeutisch middel ontwikkeld en gekoppeld aan een nanopartikel dat het geneesmiddel in de cel moet brengen. Dat nanopartikel kan plaatselijk door de tepel worden geïnjecteerd, direct in de melkkanaaltjes waar de vroege letsels zich ontwikkelen. Dr. Ingber en medewerkers hebben hun studie uitgevoerd op genetisch gewijzigde muizen die op de leeftijd van 16 weken een CCIS ontwikkelen dat evolueert naar een invasieve borstkanker op de leeftijd van 20 weken. Na de eerste preklinische proeven hebben ze vastgesteld dat de incidentie van borstkanker na injectie met 75% was gedaald, zonder echter te kunnen bevestigen dat er met zekerheid geen recidief zou optreden. Een dergelijke aanpak is interessant en zou ook kunnen worden gericht tegen genen die een rol spelen bij andere kankertypes. (referentie: Science Translational Medicine, 1 januari 2014, DOI: 10.1126/scitranslmed.3007048)