...

De vorsers hebben de gegevens doorgenomen van het Nederlandse kankerregister betreffende 37 207 vrouwen bij wie tussen 2000 en 2004 een borstkanker in een vroeg stadium was gediagnosticeerd en die daarvoor werden behandeld met een mastectomie of conservatieve borstchirurgie. De ziektevrije overleving na tien jaar werd bepaald in een subgroep van 7552 patiënten bij wie de diagnose was gesteld in 2003 en die dan prospectief werden gevolgd met registratie van alle evenementen gedurende 10 jaar. Bij 21 731 (58,4%) van de 37 207 patiënten was borstsparende chirurgie uitgevoerd en bij 15 473 (41,6%) een mastectomie. De distributie was vergelijkbaar in de subgroep van 7552 patiënten. De totale 10 jaarsoverleving in de hele groep was 76,8% (99% BI = 76,1 tot 77,5%) na conservatieve borstchirurgie en 59,7% (99% BI = 58,7 tot 60,7%) na een mastectomie. Na correctie voor vertekenende factoren was de 10 jaarsoverleving nog altijd beter na conservatieve borstchirurgie dan na een mastectomie (gecorrigeerde hazard ratio [HR] = 0,79, 99% BI = 0,75 tot 0,83). In de groep van 2003 bedroeg de ziektevrije overleving na 10 jaar respectievelijk 83,6% (99% BI = 82,5 tot 84,7%) na conservatieve borstchirurgie en 81,5% (99% BI = 79,6 tot 83,4%) na een mastectomie. Na correctie voor vertekenende factoren was de ziektevrije overleving na 10 jaar vergelijkbaar in de twee behandelingsgroepen (gecorrigeerde HR = 0,91, 99% BI = 0,77 tot 1,07). In de groep van 2003 heeft 11,0% van de patiënten metastasen ontwikkeld na conservatieve borstchirurgie en 14,7% na een mastectomie (p < 0,001). De frequentie van regionaal recidief bedroeg 2,1% na conservatieve borstchirurgie en 4,0% na een mastectomie (p < 0,001).