...

Zo hebben Amerikaanse en Canadese vorsers (1) een studie uitgevoerd bij 390 vrouwen bij wie meteen na detectie van een familiale borstkanker in een vroeg stadium (stadium I of II) met mutatie van het BRCA1- of BRCA2-gen een unilaterale of bilaterale mastectomie was uitgevoerd. De 20 jaarsoverleving bedroeg 88% na een bilaterale mastectomie en 66% na een unilaterale mastectomie. Volgens die studie zal ongeveer 20% van de vrouwen met een dergelijke borstkanker na verloop van tijd ook kanker in de andere borst ontwikkelen. Een andere studie (2) zou de discussie over het nut van een jaarlijkse screeningmammografie weer kunnen aanwakkeren. Wetenschappers van de Universiteit van Toronto hebben 89.835 vrouwen van 40-59 jaar gedurende vijf jaar gevolgd. Ze zijn daarbij tot de conclusie gekomen dat een screeningmammografie de sterfte aan borstkanker niet verlaagt in vergelijking met een klinisch onderzoek, maar dat er dan wel vaak kleine kankers worden ontdekt die eigenlijk niet gevaarlijk zijn. Een studie (3) van het Cancer Research Centre van Seattle toont aan dat oestrogeenreceptorpositieve borstkanker, een van de belangrijkste vormen van borstkanker, 60% vaker voorkomt bij vrouwen van 20-44 jaar die al sinds minstens 10 jaar één pakje sigaretten per dag roken. (referenties: (1) BMJ, 11 februari 2014, DOI: http://dx.doi.org/10.1136/bmj.g226 (2) BMJ, 11 februari 2014, DOI: http://dx.doi.org/10.1136/bmj.g366 (3) Cancer, 5 februari 2014, DOI: 10.1002/cncr.28601)