...

Vaak is het moeilijk een gulden middenweg te vinden tussen de wens om een prostaatkanker te detecteren die klinisch een hoog risico inhoudt, en overmatige detectie van sluipende prostaatkankers die weinig gevaar inhouden. Er is al veel te doen geweest over de beperkingen van opsporing van prostaatkanker door bepaling van het PSA-gehalte, maar de controverse tussen Europese en Amerikaanse urologen blijkt toch stilaan uit te doven. Neemt niet weg dat er nog vaak zinloze biopsies worden uitgevoerd en zinloze behandelingen worden gegeven. Bovendien is de voorspellende waarde van biopsies uitgevoerd onder echografie niet optimaal.De beperkingen van biopsies onder echografie Om een diagnose van prostaatkanker te bevestigen, voeren we klassiek biopsies uit onder echografie. Die techniek vertoont echter ook tekortkomingen. Biopsies onder echografie kunnen fout-negatieve uitkomsten geven doordat de punctienaald niet goed werd geplaatst, waardoor de diagnose in een aantal gevallen niet tijdig wordt gesteld. Anderzijds worden met dergelijke biopsies ook vaak sluipende prostaatkankers gediagnosticeerd en is de classificatie niet altijd optimaal. Er is de laatste jaren veel vooruitgang geboekt op het gebied van beeldvorming door magnetische kernspinresonantie (MRI) en vooral multiparametrische T3-kernspinresonantie. Veel vorsers voeren daarom een MRI uit om verdachte letsels op te sporen en om de biopsies te richten. Er werd evenwel maar weinig onderzoek verricht over die diagnostische techniek.Een studie in twee stappen Dankzij een samenwerking tussen Nederlandse en Australische vorsers kon een prospectieve studie worden uitgevoerd in één enkel centrum in Australië. Over een periode van zes maanden werden 223 asymptomatische patiënten met een verhoogd PSA-gehalte en/of een abnormaal rectaal toucher bij wie nog geen biopsie was uitgevoerd, in de studie opgenomen. Bij alle patiënten werd een multiparametrische T3-kernspintomografie uitgevoerd. De beelden werden gelezen door drie onafhankelijke radiologen, die een score (van 1 tot 5) toekenden op de gevalideerde PI-RADS-schaal (Prostate Imaging Reporting and Data System) naargelang van de waarschijnlijkheid van een significante prostaatkanker. Bij een tweede consultatie werden bij de patiënten met een PI-RADS-score van 3 (twijfelachtig risico) of 4-5 (intermediair en hoog risico ) biopsies uitgevoerd onder magnetische kernspinresonantie en minder dan 30 minuten later ook biopsies onder echografie. Bij de patiënten met een PI-RADS-1score van 1 of 2 werden alleen biopsies onder echografie uitgevoerd.Evaluatiecriteria Het primaire eindpunt van de studie was het aantal prostaatkankers dat werd gedetecteerd. Secundaire eindpunten waren de histologische en pathologisch-anatomische resultaten van de biopsies en de operatiespecimens als een radicale prostatectomie werd uitgevoerd, de bijwerkingen en de 'prestaties' van de 'lezers'. Ook was een raming van de sensitiviteit en de specificiteit van de diagnostische technieken en van hun positieve of negatieve voorspellende waarde voorzien.Pleidooi voor mpMRI Bij 142 patiënten (63%) werd een prostaatkanker gediagnosticeerd. Bij 126 van de 233 patiënten (56%) werd een prostaatkanker gedetecteerd via biopsies onder echografische geleide. In 47 gevallen (37,3%) betrof het een prostaatkanker die een laag risico inhield. Bij de biopsies uitgevoerd onder kernspintomografie werd een prostaatkanker ontdekt bij 99 van de 142 patiënten die volgens een mpMR een twijfelachtig, intermediair of hoog risico liepen. 6 daarvan waren prostaatkankers die een laag risico inhielden. Beeldvorming door magnetische kernspinresonantie verlaagde de noodzaak tot uitvoeren van biopsies met 51%, verlaagde het aantal gediagnosticeerde gevallen van laagrisicoprostaatkanker met 89% en verhoogde het aantal gediagnosticeerde gevallen van prostaatkanker met een intermediair of hoog risico met 17,7%. De negatieve voorspellende waarde van biopsies uitgevoerd onder echografie en biopsies uitgevoerd onder kernspintomografie was respectievelijk 71,9% en 96,9%.