Om de vier jaar laat het agentschap Zorg en Gezondheid onderzoeken hoeveel baby's, adolescenten en andere doelgroepen in Vlaanderen zich laten vaccineren. De nieuwe studie van 2016, uitgevoerd door de KU Leuven en UAntwerpen, werd zopas voorgesteld.

Peuters

De vaccinatiegraad voor alle aanbevolen vaccins voor peuters (8 weken - 15 maanden) blijft stabiel en hoog. Voor de vaccins tegen polio, difterie, tetanus en kinkhoest, Haemophilus influenzae type b en hepatitis B, pneumokokken en meningokokken C is de vaccinatiegraad boven de 90%. Dat betekent dat de ziekte nog wel kan voorkomen, maar zich nog moeilijk kan verspreiden. Willen we mazelen, bof en rubella elimineren dan moeten we, volgens de aanbevelingen van de WHO, een vaccinatiegraad van minstens 95% halen. Voor de eerste dosis van het vaccin is die doelstelling opnieuw gehaald.

16-jarige adolescenten

De vaccinatiegraad is voor alle vaccins behalve hepatitis B gestegen. Voor hepatitis B was er voor de bestudeerde groep adolescenten een overgang van vaccinatie met drie dosissen naar vaccinatie met twee dosissen. De controledrempel (90%) wordt behaald voor eerste dosis difterie, tetanus en pertussis en voor polio op zesjarige leeftijd. De hpv-vaccinatie behaalt voor de eerste en tweede dosis een vaccinatiegraad van meer dan 90% en 89,5% voor dosis 3. De vaccinatiegraad voor mazelen, bof en rubella stijgt met 1%, maar de eliminatiedoelstelling van 95% is nog niet gehaald.

Vertrouwen in vaccinatie

De vaccinatiegraadstudie 2016 peilde ook naar het vertrouwen van Vlaamse ouders in vaccinatie. De overgrote meerderheid blijkt een groot vertrouwen te hebben in het nut en de werking van de vaccins. Er is wel duidelijk bezorgdheid over mogelijke nevenwerkingen. Wie zijn kind niet volledig laat vaccineren, doet dat doorgaans uit onwetendheid of vergetelheid en niet omwille van een principieel bezwaar.

Vlaams minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen: "Ons vaccinatieprogramma is een succesverhaal. De vaccinatiegraad is zo hoog dat al heel wat ziekten zich niet meer kunnen verspreiden bij onze baby's en jongeren. Ziekten die vroeger heel wat kinderlevens eisten, hebben we zo bijna doen verdwijnen. Maar we moeten onze inspanningen blijven volhouden. Nog niet alle vaccinatiedoelstellingen voor onze jongeren zijn gehaald en daarom moeten we blijven informeren over het nut van vaccinatie. Daarnaast willen we volwassen nog beter bereiken, met een specifieke inspanning voor de zwangere vrouwen."

Om de vier jaar laat het agentschap Zorg en Gezondheid onderzoeken hoeveel baby's, adolescenten en andere doelgroepen in Vlaanderen zich laten vaccineren. De nieuwe studie van 2016, uitgevoerd door de KU Leuven en UAntwerpen, werd zopas voorgesteld. Peuters De vaccinatiegraad voor alle aanbevolen vaccins voor peuters (8 weken - 15 maanden) blijft stabiel en hoog. Voor de vaccins tegen polio, difterie, tetanus en kinkhoest, Haemophilus influenzae type b en hepatitis B, pneumokokken en meningokokken C is de vaccinatiegraad boven de 90%. Dat betekent dat de ziekte nog wel kan voorkomen, maar zich nog moeilijk kan verspreiden. Willen we mazelen, bof en rubella elimineren dan moeten we, volgens de aanbevelingen van de WHO, een vaccinatiegraad van minstens 95% halen. Voor de eerste dosis van het vaccin is die doelstelling opnieuw gehaald.16-jarige adolescenten De vaccinatiegraad is voor alle vaccins behalve hepatitis B gestegen. Voor hepatitis B was er voor de bestudeerde groep adolescenten een overgang van vaccinatie met drie dosissen naar vaccinatie met twee dosissen. De controledrempel (90%) wordt behaald voor eerste dosis difterie, tetanus en pertussis en voor polio op zesjarige leeftijd. De hpv-vaccinatie behaalt voor de eerste en tweede dosis een vaccinatiegraad van meer dan 90% en 89,5% voor dosis 3. De vaccinatiegraad voor mazelen, bof en rubella stijgt met 1%, maar de eliminatiedoelstelling van 95% is nog niet gehaald.Vertrouwen in vaccinatieDe vaccinatiegraadstudie 2016 peilde ook naar het vertrouwen van Vlaamse ouders in vaccinatie. De overgrote meerderheid blijkt een groot vertrouwen te hebben in het nut en de werking van de vaccins. Er is wel duidelijk bezorgdheid over mogelijke nevenwerkingen. Wie zijn kind niet volledig laat vaccineren, doet dat doorgaans uit onwetendheid of vergetelheid en niet omwille van een principieel bezwaar.Vlaams minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen: "Ons vaccinatieprogramma is een succesverhaal. De vaccinatiegraad is zo hoog dat al heel wat ziekten zich niet meer kunnen verspreiden bij onze baby's en jongeren. Ziekten die vroeger heel wat kinderlevens eisten, hebben we zo bijna doen verdwijnen. Maar we moeten onze inspanningen blijven volhouden. Nog niet alle vaccinatiedoelstellingen voor onze jongeren zijn gehaald en daarom moeten we blijven informeren over het nut van vaccinatie. Daarnaast willen we volwassen nog beter bereiken, met een specifieke inspanning voor de zwangere vrouwen."