...

De onderzoekers verdeelden 63 pasgeborenen (geboren na 29 tot 35 weken zwangerschap ) willekeurig over een stille ruimte en een lawaaierige ruimte waar het alarm van de pomp voor enterale voeding aan stond tijdens het experiment. Het onderzoek bestond voor beide groepen uit twee fasen: een fase van gewenning aan een object (een prisma voor de helft van de baby's en een cilinder voor de andere helft) en vervolgens de testfase (reactie op een nieuw object of niet). Die methode berust op het eenvoudige en universele principe dat we geleidelijk minder interesse gaan hebben voor een bekend object en dat we opnieuw interesse krijgen bij het zien van een nieuw object. De auteurs stelden vast dat de prematuurtjes die blootgesteld werden aan lawaai en moesten wennen aan een object dat de onderzoeker in hun handen gaf, daar minder goed in slaagden dan de baby's die niet aan lawaai werden blootgesteld. Het alarm (lawaai) activeerde duidelijk de auditieve waarneming van de pasgeborene en verstoorde de manier waarop die het object vasthield (tactiele waarneming). We kunnen ons trouwens afvragen welke invloed lawaai heeft op de neurologische ontwikkeling van prematuren.