...

Jules Heuberger en Joris Rotmans, de eerste twee auteurs, hebben in 2013 de wetenschappelijke literatuur doorgenomen en zijn daarbij tot de vaststelling gekomen dat er niet zo'n stevige bewijzen zijn van de werkzaamheid van epo. Om dat verder uit te pluizen, hebben ze een dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde klinische studie uitgevoerd gedurende acht weken. Eén groep vrijwilligers kreeg een wekelijkse injectie van synthetische epo en de andere een placebo (zoutoplossing).Omdat ze geen profwielrenners konden testen, hebben de onderzoekers 48 goed getrainde liefhebbers gerekruteerd. De wielrenners werden in twee leeftijdsgroepen ingedeeld (18-34 en 35-50 jaar), moesten een intensieve inspanningsproef leveren in het laboratorium en een inspanningsproef op de weg en daarna moesten ze de Mont Ventoux beklimmen, die vaak op het programma van de Tour staat.De onderzoekers hebben biologische en fysiologische parameters gemeten tijdens de verschillende inspanningen. Zo hebben ze kunnen vaststellen dat epo het inspanningsvermogen en de ademhalingscapaciteit licht verhoogde. Maar tegen alle verwachtingen werd in reële omstandigheden, tijdens het wielrennen, geen statistisch significant verschil waargenomen tussen de placebogroep en de epo-groep. (referentie: The Lancet Haematology, 29 juni 2017, DOI: 10.1016/S2352-3026(17)30105-9)