Dokter Van Renterghem, die een jaar met pensioen is, verwezenlijkte nogal wat. Hij is er trots op maar je hoort van hem geen hoogdravende verhalen. "De keuze voor een discipline is vaak toch een stuk toevallig", zo beantwoordt hij onze eerste vraag nuchter. "Professor Van der Straeten had in het UZ Gent een kwalitatief hoogstaande dienst, dat trok me aan. Pneumologie heeft een technische kant, maar evenzeer een erg sociale dimensie."

Advocacy

De patiënten van de longarts kunnen wat advocacy gebruiken. "Ze staan niet hoog op de sociale ladder - ex-rokers, patiënten met een stoflong, enzovoort, die dagelijks vechten met dyspneu. Ze kampen vaak ook met hartproblemen, obesiteit, spierzwakte, sociale isolatie. Ze krijgen geen hospitalisatieverzekering en kunnen zich geen éénpersoonskamer permitteren. Voor ziekenhuizen zijn ze financieel niet interessant."

De pneumologen zelf zijn, blijkens de analyses van het KCE en Plancad, zeker geen hoogverdieners - al scoren huisartsen nog slechter. "Consultaties, vooral bij kankerpatiënten, vragen tijd. Voor een diagnose moet je vaak zeer veel elementen integreren. En er is, zoals ik al aankaartte, het sociale aspect."

Van Renterghems publicaties en lezingen bestrijken een grote variatie aan onderwerpen. Maar dat breed perspectief is eigen aan de longarts, vindt hij. "Je moet op alle deelterreinen je mannetje staan - al worden de taken binnen een associatie wel verdeeld. Van Renterghem pionierde reeds in 1987 met niet-invasieve thuis-beademing en CPAP bij obstructieve slaapapnoe. Later verdedigde hij een zinvolle voortzetting van de conventies.

Beroepsverdediging

In AZ Sint-Jan Brugge waar hij sinds 1984 werkt, ging hij zich in het bijzonder toeleggen op de oncologische patiënten. "Daar was behoefte aan, als een volleerd flandrien reed ik wel meer gaten dicht." Tot zijn pensioen bleef hij zich voor de pneumo-oncologie en de longkankerpatiënten inzetten. De dienst speelde in op het Kankerplan van Onkelinx met het project van Lotus-verpleegkundigen ter ondersteuning van deze patiënten. Enkele jaren geleden introduceerde Van Renterghem al vroeg immunotherapie bij longtumoren.

Je moet de durf hebben om in te gaan op emotie

"Longartsen hebben altijd uitstekend voor de longkankerpatiënt gezorgd: van de diagnose, over de behandeling - inclusief chemotherapie - tot de palliatieve zorg. Maar de overheid dreigde alle bevoegdheden aan 'medisch oncologen' toe te kennen - hoewel in veel ziekenhuizen de werkverdeling tussen de disciplines goed liep. Voor deze zorg hebben we moeten strijden. De oncologie vormt zowat een derde van de werkbelasting binnen pneumologie, goed voor ongeveer voor 150 FTE."

Van Renterghem was erg actief in de Beroepsvereniging Belgische Longartsen en toen het Riziv aan de alarmbel trok wegens vermeend misbruik van longfunctietests, leidde hij het verweer. "Het gebruik van longfunctietests steeg de voorbije decennia met circa 1,5% per jaar, wat niet veel is in vergelijking met andere sectoren. De perceptie van de beleidsmakers dat deze tests nutteloos waren, zat fout: longartsen moesten zich geen schuldgevoel laten aanpraten. Met de Belgian Pulmonary Function trial die professor Decramer heeft opgezet, konden we aantonen dat de tests wel degelijk hun waarde hebben voor diagnose en behandeling."

De genomineerden

Dit jaar organiseert Artsenkrant/Le Journal du Médecin samen met het VBS voor de tweede keer de prijs 'Specialist van het Jaar'. Vorige maand vergaderde de jury over de 21 dossiers van artsen voorgedragen door de beroepsverenigingen aangesloten bij het VBS en selecteerde vijf Nederlands- en vijf Franstalige artsen. Dat op basis van een aantal welbepaalde criteria (communicatie, empathie, samenwerking, enz.).

De Nederlandstalige genomineerde artsen stellen we in vijf opeenvolgende edities aan u voor. Daarna krijgt u, lezer van Artsenkrant, het laatste woord. U kan uw stem uitbrengen op de kandidaat van uw keuze. Wie de meeste stemmen haalt, wordt 'Specialist van het Jaar'.

Durf

Dirk Van Renterghem: "Een goed arts is toegewijd aan zijn patient.. Maar het boek met Riziv-regels is dikker dan dat van de wetenschap... Toewijdig is dan niet altijd makkelijk. Misschien zijn er artsen die er de kantjes van af lopen, daar heb je controlemechanismen voor. Maar je moet ervan uitgaan dat mensen hun vak kennen en naar behoren beoefenen, en hen daarin ondersteunen", vindt hij.

Voor Van Renterghem is patiëntgerichtheid even belangrijk als evidence-based medicine. "Een goed arts luistert en zoekt uit wat het programma is van de patiënt. Hij vertaalt de vraag van de patiënt naar de wetenschap, en de wetenschap terug naar de patiënt. Daar moet je je eigen inzichten bij gebruiken, je creativiteit, je inschatting van wat de patiënt kan begrijpen. Je moet de durf hebben om in te gaan op emotie. Vandaag ligt de nadruk in de opleiding wat te veel op EBM."

Kritisch

Van Renterghem is bescheiden over zijn wetenschappelijke bijdragen, al tellen die 86 publicaties. "Maar een kritisch lezer en toehoorder ben ik altijd geweest." Een recent voorbeeld is een kritiek in 'Vaccine' op CAPiTA, een grootschalige studie over pneumokokkenvaccinatie. De vaccinatie beinvloedt wellicht zélf de sensitiviteit van de gebruikte urinetest die pneumokokkenantigen detecteert. Dat haalt sommige claims onderuit."

Van Renterghem gaf gedurende zijn carrière een paar honderd lezingen en hielp studenten en longartsen opleiden. "Mensen motiveren, het belang uitleggen van wat ze doen, daar heb ik altijd een punt van gemaakt. Met anatoom pathologen en microbiologen, bijvoorbeeld, overleg ik over onderzoekstechniek en vertel hen daarbij de bijzonderheden, ook de menselijke, van de patiënt. Ik geef feedback, dat verhoogt de cohesie binnen de groep. Ook de samenwerking met huisartsen is een punt."

Symposium over de kwaliteit van de opleiding

Op zaterdag 24 november reikt minister De Block de award 'De Specialist van het jaar' uit. Aansluitend organiseert het VBS in samenwerking met Artsenkrant een interessant symposium over de kwaliteit van de opleiding tot arts-specialist. Het programma vindt u hier.

"Leer artsen in opleiding nadenken over wat ze aan het doen zijn. Leer hen patiëntgericht werken, ga in op wat ze voelen en op de sociale implicaties. Dat is waardevoller dan een herhalingsles statistiek."

Burn-out is een topic dat hem bezighoudt "In een recente publicatie wordt perfectionisme als belangrijkste oorzaak voor burn-out aangehaald. Men legt de schuld te zeer bij het individu en te weinig bij de werkomgeving... De maatschappij onttrekt zich aan haar verantwoordelijkheid."

Van Renterghems maatschappelijk betrokkenheid komt tijdens het hele interview boven drijven. De milieuproblematiek laat de arts en de natuurliefhebber niet los. Hij ergert er zich aan dat sommige overheden weinig gevolg willen geven aan de resultaten van het Curieuzeneuzen-project. Hij heeft zich verdiept in het Nederlandse onderzoek naar het effect van grootschalige intensieve veeteelt - mee verantwoordelijk voor 50% van het fijnstof - op de populatie en, met name de bewoners in de directe omgeving. "In Vlaanderen is er een gigantisch tekort aan data en is men niet bereid het probleem onder ogen te zien."

Dokter Van Renterghem, die een jaar met pensioen is, verwezenlijkte nogal wat. Hij is er trots op maar je hoort van hem geen hoogdravende verhalen. "De keuze voor een discipline is vaak toch een stuk toevallig", zo beantwoordt hij onze eerste vraag nuchter. "Professor Van der Straeten had in het UZ Gent een kwalitatief hoogstaande dienst, dat trok me aan. Pneumologie heeft een technische kant, maar evenzeer een erg sociale dimensie." De patiënten van de longarts kunnen wat advocacy gebruiken. "Ze staan niet hoog op de sociale ladder - ex-rokers, patiënten met een stoflong, enzovoort, die dagelijks vechten met dyspneu. Ze kampen vaak ook met hartproblemen, obesiteit, spierzwakte, sociale isolatie. Ze krijgen geen hospitalisatieverzekering en kunnen zich geen éénpersoonskamer permitteren. Voor ziekenhuizen zijn ze financieel niet interessant." De pneumologen zelf zijn, blijkens de analyses van het KCE en Plancad, zeker geen hoogverdieners - al scoren huisartsen nog slechter. "Consultaties, vooral bij kankerpatiënten, vragen tijd. Voor een diagnose moet je vaak zeer veel elementen integreren. En er is, zoals ik al aankaartte, het sociale aspect." Van Renterghems publicaties en lezingen bestrijken een grote variatie aan onderwerpen. Maar dat breed perspectief is eigen aan de longarts, vindt hij. "Je moet op alle deelterreinen je mannetje staan - al worden de taken binnen een associatie wel verdeeld. Van Renterghem pionierde reeds in 1987 met niet-invasieve thuis-beademing en CPAP bij obstructieve slaapapnoe. Later verdedigde hij een zinvolle voortzetting van de conventies. In AZ Sint-Jan Brugge waar hij sinds 1984 werkt, ging hij zich in het bijzonder toeleggen op de oncologische patiënten. "Daar was behoefte aan, als een volleerd flandrien reed ik wel meer gaten dicht." Tot zijn pensioen bleef hij zich voor de pneumo-oncologie en de longkankerpatiënten inzetten. De dienst speelde in op het Kankerplan van Onkelinx met het project van Lotus-verpleegkundigen ter ondersteuning van deze patiënten. Enkele jaren geleden introduceerde Van Renterghem al vroeg immunotherapie bij longtumoren. "Longartsen hebben altijd uitstekend voor de longkankerpatiënt gezorgd: van de diagnose, over de behandeling - inclusief chemotherapie - tot de palliatieve zorg. Maar de overheid dreigde alle bevoegdheden aan 'medisch oncologen' toe te kennen - hoewel in veel ziekenhuizen de werkverdeling tussen de disciplines goed liep. Voor deze zorg hebben we moeten strijden. De oncologie vormt zowat een derde van de werkbelasting binnen pneumologie, goed voor ongeveer voor 150 FTE." Van Renterghem was erg actief in de Beroepsvereniging Belgische Longartsen en toen het Riziv aan de alarmbel trok wegens vermeend misbruik van longfunctietests, leidde hij het verweer. "Het gebruik van longfunctietests steeg de voorbije decennia met circa 1,5% per jaar, wat niet veel is in vergelijking met andere sectoren. De perceptie van de beleidsmakers dat deze tests nutteloos waren, zat fout: longartsen moesten zich geen schuldgevoel laten aanpraten. Met de Belgian Pulmonary Function trial die professor Decramer heeft opgezet, konden we aantonen dat de tests wel degelijk hun waarde hebben voor diagnose en behandeling." Dirk Van Renterghem: "Een goed arts is toegewijd aan zijn patient.. Maar het boek met Riziv-regels is dikker dan dat van de wetenschap... Toewijdig is dan niet altijd makkelijk. Misschien zijn er artsen die er de kantjes van af lopen, daar heb je controlemechanismen voor. Maar je moet ervan uitgaan dat mensen hun vak kennen en naar behoren beoefenen, en hen daarin ondersteunen", vindt hij. Voor Van Renterghem is patiëntgerichtheid even belangrijk als evidence-based medicine. "Een goed arts luistert en zoekt uit wat het programma is van de patiënt. Hij vertaalt de vraag van de patiënt naar de wetenschap, en de wetenschap terug naar de patiënt. Daar moet je je eigen inzichten bij gebruiken, je creativiteit, je inschatting van wat de patiënt kan begrijpen. Je moet de durf hebben om in te gaan op emotie. Vandaag ligt de nadruk in de opleiding wat te veel op EBM." Van Renterghem is bescheiden over zijn wetenschappelijke bijdragen, al tellen die 86 publicaties. "Maar een kritisch lezer en toehoorder ben ik altijd geweest." Een recent voorbeeld is een kritiek in 'Vaccine' op CAPiTA, een grootschalige studie over pneumokokkenvaccinatie. De vaccinatie beinvloedt wellicht zélf de sensitiviteit van de gebruikte urinetest die pneumokokkenantigen detecteert. Dat haalt sommige claims onderuit." Van Renterghem gaf gedurende zijn carrière een paar honderd lezingen en hielp studenten en longartsen opleiden. "Mensen motiveren, het belang uitleggen van wat ze doen, daar heb ik altijd een punt van gemaakt. Met anatoom pathologen en microbiologen, bijvoorbeeld, overleg ik over onderzoekstechniek en vertel hen daarbij de bijzonderheden, ook de menselijke, van de patiënt. Ik geef feedback, dat verhoogt de cohesie binnen de groep. Ook de samenwerking met huisartsen is een punt.""Leer artsen in opleiding nadenken over wat ze aan het doen zijn. Leer hen patiëntgericht werken, ga in op wat ze voelen en op de sociale implicaties. Dat is waardevoller dan een herhalingsles statistiek." Burn-out is een topic dat hem bezighoudt "In een recente publicatie wordt perfectionisme als belangrijkste oorzaak voor burn-out aangehaald. Men legt de schuld te zeer bij het individu en te weinig bij de werkomgeving... De maatschappij onttrekt zich aan haar verantwoordelijkheid." Van Renterghems maatschappelijk betrokkenheid komt tijdens het hele interview boven drijven. De milieuproblematiek laat de arts en de natuurliefhebber niet los. Hij ergert er zich aan dat sommige overheden weinig gevolg willen geven aan de resultaten van het Curieuzeneuzen-project. Hij heeft zich verdiept in het Nederlandse onderzoek naar het effect van grootschalige intensieve veeteelt - mee verantwoordelijk voor 50% van het fijnstof - op de populatie en, met name de bewoners in de directe omgeving. "In Vlaanderen is er een gigantisch tekort aan data en is men niet bereid het probleem onder ogen te zien."