...

Verschillende Zeldzame Ziekten worden volgens Rembert Dodoens veroorzaakt door verstoord evenwicht der humoren: Aqua inter cutem, De pedis tumore quem Arabes Elephantiam appellant, Dysenteria, Hydrocoele, Vomitus sanguinis... Dodoens benadrukt dat men best de aderlating uitvoert wanneer de stand van sterren en planeten gunstig is. Hij raadt aan hiervoor zijn almanak te consulteren. Hij had immers ook een bijzondere interesse voor astrologie, toen een verplicht vak in de artsenopleiding. Zijn allereerste publicatie, Cosmographica in Astronomiam et Geographiam Isagoge uit 1548 handelt ten andere hierover.Volgens Empedocles was het universum opgebouwd uit vier elementen: water, vuur, aarde en lucht. Naar analogie stelt Hippocrates in zijn Corpus Hippocraticum, dat ons lichaam is samengesteld uit vier lichaamsvochten: bloed, flegma (slijm, chijl of lymfe), gele gal en zwarte gal. Wanneer deze humoren in evenwicht zijn is de mens gezond. Wanneer een humor te overdadig aanwezig is ('plethora') wordt men ziek. Zo ontstond de humorentheorie, die tot in de 19de eeuw het medische handelen sterk zal bepalen.Deze ganse theorie, finaal op niets wetenschappelijk gesteund, was een poging om een rationele verklaring te vinden voor gezondheid en ziekte als reactie op de vooraf bestaande mythologische benadering. Galenus bouwt de theorie verder uit. Wanneer flegma, ontstaan in de hersenen, doorheen het os ethmoidale naar beneden sijpelt, kan het oorzaak zijn van verkoudheden, longaandoeningen, ascites, diarree, opzwellen van gewrichten, perifeer oedeem... Ophoping van onversneden gele gal leidt tot herpes. Is de gal met bloed vermengd dan ontstaat erysipelas. Teveel aan zwarte gal in de huid veroorzaakt lepra. Gal in diepere lichaamsdelen leidt tot kanker! Om de plethora op te vangen past Galenus de aderlating toe.In navolging van de onfeilbare Galenus zal men al maar meer de aderlating uitvoeren. Eeuwen lang was dit een goede bron van inkomsten voor de chirurgijns. Ook bij ingeklemde breuken werd bloed afgetapt tot de patiënt syncopaal werd. Dan was reponeren van de breuk soms toch nog mogelijk!Aderlatingen gebeurden bij arm en rijk. De Engelse Koninklijke familie had hiervoor zelfs haar eigen chirurgijn. Idem dito aan het Franse Hof. Bij Lodewijk XIII die geen al te goede gezondheid had, werd niet minder dan 47 maal een aderlating verricht. Zijn zoon Lodewijk XIV onderging de behandeling 38 keer, onder meer voor...een aarsfistel!De Franse chirurg François Broussais (1772-1838) meende dat congestie van de ingewanden oorzaak was van vele ziekten. Hij gebruikte de aderlating om een eind te maken aan plethora van het bloed! Maar boven het openen van een ader met een scalpel gaf hij de voorkeur aan bloedzuigers! Zijn theorie was zo overtuigend voor zijn collega's dat in Frankrijk in één jaar meer dan 40 miljoen van die diertjes geïmporteerd werden!Onder invloed van de Arabische artsen ontstond een bittere polemiek over de plaats van de aderlating: langs de kant van de aandoening (de 'derivatieve' aderlating) of langs de tegenovergestelde zijde (de 'revulsieve' aderlating). Ook aan de Leuvense Universiteit flakkerde deze discussie fel op. Hieronymus de Drijver uit Brakel (Thriverius Brachelius) stelde in zijn De missione sanguinis in pleuritide (1531) dat de derivatieve aderlating moest worden toegepast in een vroeg stadium en de revulsieve aderlating eerder in een later verloop van de ziekte. Vesalius daarentegen meende dat de ingreep steeds diende te gebeuren langs de kant van de aandoening. In zijn Aderlatingsbrief komt hij met nieuwe argumenten voor de dag: zijn eigen observaties. Tijdens zijn dissecties had hij vastgesteld dat in de thorax, een aderlijk systeem aanwezig is: het Theorie wazygos stelsel. Het dispuut tussen de twee geleerden werd zo hevig dat Vesalius uiteindelijk definitief Leuven zal verlaten.In 1628 publiceert William Harvey zijn Exercitatio Anatomica de Motu Cordis et Sanguinis in Animalibus. Hij toont aan dat het bloed voortdurend rond stroomt in een gesloten systeem. Het maakt dan bijgevolg niets uit of men nu de aderlating al dan niet langs de kant van de kwaal verricht.Stilaan krijgt men meer inzicht in de functie van de menselijke organen. Het lymfatisch stelsel wordt herontdekt. Chijl of lymfe komt uiteindelijk ook in de bloedbaan terecht; gal, of het nu gele of zwarte is, wordt door de lever afgescheiden in het spijsverteringskanaal en geenszins in de bloedvaten. Een theorie gebaseerd op (on)evenwicht van de nu goed beschreven en gelokaliseerde lichaamsvochten houdt geen steek meer. De behandelingsmethoden die hieruit voortvloeien worden bijgevolg ook in vraag gesteld. Toch zal niet iedereen Harveys theorieën aannemen. Vele medici hielden zich nog strikt aan de leer van Galenus en bleven tot in de 19de eeuw zweren bij de aderlating.