...

Heeft het nog zin om uw stem uit te brengen? Zit er toekomst in het overlegmodel?PM: Artsen moeten continu het beleid in het oog houden en hun stem laten horen wanneer het nodig is. Beleidsbeslissingen hebben een reële impact op het dagelijkse werk van alle artsen. Je kunt niet achteroverleunen op je stoel en alleen maar kritiek hebben. Verkiezingen zijn een belangrijk kantelmoment - maar het is even belangrijk steevast betrokken te blijven.GVK: AADM heeft de stem van de huisarts laten horen, maar de verplichting om huisartsen én specialisten te vertegenwoordigen biedt een meerwaarde. Jonge specialisten kiezen, zoals AADM, ook voor de patiënt - ze geloven ook in de complementaire rol tussen huisartsen en specialisten, in subsidiariteit.Hoe zal de praktijk er uitzien?PM AADM maakt geen keuze voor praktijkvormen. Praktijken die werken volgens prestatie of volgens een forfaitair systeem kunnen naast elkaar bestaan. Er zijn al veel aanzetten tot samenwerking met specialisten - persoonlijk contact blijft voor mij wel belangrijk. Binnen de eerstelijnszones wordt de samenwerking nog concreter. Er is een natuurlijke evolutie naar grotere praktijken. Impulseo zou het aantrekken van een praktijkverpleegkundige kunnen aanmoedigen - maar dat lukt ook beter in een georganiseerde groepspraktijk. Soloartsen kunnen een netwerk vormen om samen dingen waar te kunnen maken.GVK Jonge artsen kiezen voor groepspraktijken omdat ze het werk willen kunnen combineren met een gezinsleven. AADM kiest ook voor samenwerking binnen de kring - maar de huisartsenkringen moeten erkenning krijgen.PM Er komen meer verantwoordelijkheden af op de kring. Een grote kring kan artsen vrijmaken om een deel van hun tijd te besteden aan vertegenwoordiging van de kring - dat is natuurlijk een keuze van de kring. Het Kennisdomein Praktijkorganisatie van Domus Medica ondersteunt kringen en praktijken op een concrete manier.RVG: ELZ en de ziekenhuisnetwerken zullen samen tot een zorgstrategisch plan te komen. De discussie over de ziekenhuisnetwerken gaat te veel over de machtsverhoudingen, de plaatsjes binnen het bestuur, de plaats van een 'verzwaard advies',... Dat is belangrijk, maar men verliest te veel uit het oog dat netwerken ook kansen moeten bieden aan de ziekenhuisartsen om tot een betere zorgorganisatie te komen. Spontaan, van onderuit, zijn er al mooie samenwerkingen tussen diensten van verschillende ziekenhuizen tot stand gekomen - dat mag niet ondergesneeuwd raken.