Het nut van een macroscopisch volledige transurethrale blaaskankerresectie is ruimschoots bewezen bij de behandeling van blaaskanker zonder spierinvasie (carcinoma in situ, tumor beperkt tot het slijmvlies [Ta] en tumor met invasie van het corium [T1]). Dat is ook zo in geval van een blaaskanker met spierinvasie (T2a, T2B, T3 en T4) in het kader van een multimodale behandeling (transurethrale resectie en radio-chemotherapie).

De oncologische resultaten van een laatste volledige transurethrale resectie bij patiënten bij wie uiteindelijk een radicale cystectomie werd uitgevoerd, werden echter nooit geëvalueerd. Op het congres in Kopenhagen werd een retrospectief onderzoek gepresenteerd waarvoor de onderzoekers zijn uitgegaan van de gegevens van twee Franse centra.

De studie werd uitgevoerd bij patiënten bij wie tussen 1996 en 2016 een radicale cystectomie werd uitgevoerd wegens blaaskanker met spierinvasie of blaaskanker zonder spierinvasie, maar met een hoog risico. De patiënten werden in twee groepen ingedeeld naargelang de laatste transurethrale resectie voor de cystectomie macroscopisch al dan niet volledig was te oordelen naar het operatieverslag.

De auteurs hebben de volgende eindpunten geëvalueerd: recidiefvrije overleving (primair eindpunt), de specifieke overleving, het percentage neerwaartse herziening van het tumorstadium ('downstaging') en het percentage stadium T0 bij pathologisch-anatomisch onderzoek (pT0) van de weefselmonsters van transurethrale resectie en het cystectomiespecimen.

121 van de 607 patiënten die tijdens de onderzochte periode werden geopereerd, werden uitgesloten bij gebrek aan precieze informatie in het operatieverslag. De analyse betrof dus 486 patiënten, 253 met een macroscopisch volledige en 233 patiënten met een macroscopisch onvolledige transurethrale resectie van het tumorweefsel.

Bij multivariate analyse waren het percentage pT0 en het percentage downstaging hoger in de groep met een macroscopisch volledige transurethrale tumorresectie dan in de groep met een onvolledige resectie. De OR was respectievelijk 3,1 (95% BI 1,1-9,5; p = 0,02) en 7,1 (95% BI 3,1-18,2; p < 0,0001).

Na een mediane follow-up van 41 maanden was de recidiefvrije overleving na vijf jaar hoger in de groep macroscopisch volledige resectie bij de laatste transurethrale resectie dan in de groep macroscopisch onvolledige resectie: respectievelijk 57% en 37%; p < 0,0001. Ook de kankerspecifieke overleving was hoger in de eerste groep dan in de tweede (70,8% versus 54,5%; p = 0,002).

Bij multivariate analyse met correctie voor het gewicht van de tumor en het gebruik van neoadjuvante chemotherapie correleerde een macroscopisch volledige tumorresectie bij de laatste transurethrale resectie het sterkst met de recidiefvrije overleving (HR 0,4; p = 0,0003) en dat was de enige factor die correleerde met een betere kankerspecifieke overleving (HR 0,5; p = 0,01).

De studie toont dus aan dat een laatste complete endoscopische tumorresectie voor een radicale cystectomie gepaard gaat met een betere oncologische klinische en pathologische prognose: hoger percentage pT0, hoger percentage downstaging van de tumor, betere recidiefvrije en betere specifieke overleving.

V Graffeille et al. Poster Session 42 (#570).

Het nut van een macroscopisch volledige transurethrale blaaskankerresectie is ruimschoots bewezen bij de behandeling van blaaskanker zonder spierinvasie (carcinoma in situ, tumor beperkt tot het slijmvlies [Ta] en tumor met invasie van het corium [T1]). Dat is ook zo in geval van een blaaskanker met spierinvasie (T2a, T2B, T3 en T4) in het kader van een multimodale behandeling (transurethrale resectie en radio-chemotherapie).De oncologische resultaten van een laatste volledige transurethrale resectie bij patiënten bij wie uiteindelijk een radicale cystectomie werd uitgevoerd, werden echter nooit geëvalueerd. Op het congres in Kopenhagen werd een retrospectief onderzoek gepresenteerd waarvoor de onderzoekers zijn uitgegaan van de gegevens van twee Franse centra. De studie werd uitgevoerd bij patiënten bij wie tussen 1996 en 2016 een radicale cystectomie werd uitgevoerd wegens blaaskanker met spierinvasie of blaaskanker zonder spierinvasie, maar met een hoog risico. De patiënten werden in twee groepen ingedeeld naargelang de laatste transurethrale resectie voor de cystectomie macroscopisch al dan niet volledig was te oordelen naar het operatieverslag.De auteurs hebben de volgende eindpunten geëvalueerd: recidiefvrije overleving (primair eindpunt), de specifieke overleving, het percentage neerwaartse herziening van het tumorstadium ('downstaging') en het percentage stadium T0 bij pathologisch-anatomisch onderzoek (pT0) van de weefselmonsters van transurethrale resectie en het cystectomiespecimen.121 van de 607 patiënten die tijdens de onderzochte periode werden geopereerd, werden uitgesloten bij gebrek aan precieze informatie in het operatieverslag. De analyse betrof dus 486 patiënten, 253 met een macroscopisch volledige en 233 patiënten met een macroscopisch onvolledige transurethrale resectie van het tumorweefsel.Bij multivariate analyse waren het percentage pT0 en het percentage downstaging hoger in de groep met een macroscopisch volledige transurethrale tumorresectie dan in de groep met een onvolledige resectie. De OR was respectievelijk 3,1 (95% BI 1,1-9,5; p = 0,02) en 7,1 (95% BI 3,1-18,2; p < 0,0001). Na een mediane follow-up van 41 maanden was de recidiefvrije overleving na vijf jaar hoger in de groep macroscopisch volledige resectie bij de laatste transurethrale resectie dan in de groep macroscopisch onvolledige resectie: respectievelijk 57% en 37%; p < 0,0001. Ook de kankerspecifieke overleving was hoger in de eerste groep dan in de tweede (70,8% versus 54,5%; p = 0,002). Bij multivariate analyse met correctie voor het gewicht van de tumor en het gebruik van neoadjuvante chemotherapie correleerde een macroscopisch volledige tumorresectie bij de laatste transurethrale resectie het sterkst met de recidiefvrije overleving (HR 0,4; p = 0,0003) en dat was de enige factor die correleerde met een betere kankerspecifieke overleving (HR 0,5; p = 0,01).De studie toont dus aan dat een laatste complete endoscopische tumorresectie voor een radicale cystectomie gepaard gaat met een betere oncologische klinische en pathologische prognose: hoger percentage pT0, hoger percentage downstaging van de tumor, betere recidiefvrije en betere specifieke overleving.V Graffeille et al. Poster Session 42 (#570).