De ziekte van Huntington is een genetische aandoening die motorische, cognitieve en psychiatrische afwijkingen veroorzaakt. De genetische oorzaak werd geïdentificeerd in 1993. Het is een monogene neurodegeneratieve aandoening. Beeldvormingsonderzoeken wijzen op een progressieve hersenatrofie, maar pas na vele jaren verschijnen de kenmerkende ziektesymptomen.

Hoever staat het onderzoek 25 jaar later?

De ontwikkeling van geneesmiddelen voor de ziekte van Huntington is een uitdaging, net zoals bij andere degeneratieve aandoeningen. Veel stoffen laten het al afweten in de vroege studiefasen en het percentage mislukking in latere studiefasen is hoog.

Zo kon in al oude, placebogecontroleerde klinische studies met riluzol geen verschil worden aangetoond tussen de twee behandelingsgroepen. Respectievelijk in de Verenigde Staten en Europa werden twee studies uitgevoerd met ethyleicosapentaeenzuur, aldus Joachim Ferreira (Lissabon, Portugal), zonder afdoende resultaat. Ook studies met latrepirdine, pridopidine, AFQO56 en cysteamine zijn met een sisser afgelopen. Die acht studies werden uitgevoerd bij in het totaal 1.366 patiënten gedurende 30 tot 144 weken.

Hoop

Er bestaan momenteel twee geneesmiddelen die de hyperkinetische symptomen wat blijken te verminderen: tetrabenazine en deutetrabenazine. Dat zijn reversibele dopamineantagonisten en ze hebben dus louter een effect op de symptomen. De FDA heeft beide geneesmiddelen goedgekeurd om de ziekte van Huntington te bestrijden. Recentelijk werd een placebogecontroleerde studie uitgevoerd met deutetrabenazine.

"We hebben enkel gegevens van placebogecontroleerde studies. Er werden nog geen direct vergelijkende studies uitgevoerd", zegt Joachim Ferreira. Beide geneesmiddelen hebben een vergelijkbaar effect op de motorische functie en veroorzaken ook vergelijkbare bijwerkingen. Er is weinig verschil in effect op de motorische functies en de bijwerkingen tussen tetrabenazine en deutetrabenazine. Er blijkt echter wel een duidelijk verschil te zijn op het vlak van depressie en slaperigheid: die zijn veel minder uitgesproken met deutetrabenazine. Momenteel loopt een open, gerandomiseerde, gecontroleerde klinische studie die nagaat of het mogelijk is over te schakelen van tetrabenazine op deutetrabenazine.

Ongoing...

Er zijn ook nieuwe stoffen en therapeutische strategieën in ontwikkeling die voortborduren op nieuwe mogelijke mechanismen, zoals een immunomodulerende strategie die beoogt het gemuteerde huntingtine (mHTT) te verminderen.

In een recente, internationale studie werden 23 verschillende interventies onderzocht bij 31 patiënten met een ziekte van Huntington. Die interventies zitten nog in het stadium van klinische studies. Ze exploreren een nieuw paradigma, dat bestaat in remming van een aggregaat van mutante huntingtine-eiwitten (PBT2), een selectie van SirT1-remmers (selisistat), remming van PDE10A, antisenseoligonucleotiden (ASO) die interfereren met RNA, en ontstekingsremmers (laquinimod).

Nieuwe perspectieven

Momenteel loopt een multicentrische, internationale studie met een ASO, meer bepaald Ionis HTT, in Canada, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Het is de eerste studie met dat product bij de mens en dat geeft de patiënten toch weer wat hoop. De fase 1-studie bevestigt tot nog toe de stabiliteit en de tolerantie van het product. De intrathecale injecties blijken geen complicaties te veroorzaken.

Het is ook voor de allereerste keer dat een geneesmiddel wordt gebruikt om de transcriptie van genen in die context te inactiveren. Het beste zou zijn activering tegen te gaan van het gen dat codeert voor huntingtine in de hersenschors én het striatum, die beide getroffen worden door de ziekte van Huntington.

Bij een groot aantal patiënten in de lopende studie zou verdere verergering van de ziekte worden tegengegaan. Als de fase 1-studie positieve resultaten oplevert, zal in 2018 een fase 2-studie worden gestart bij een groter aantal patiënten.

J. Coutinho Ferreira - New therapeutic strategies in Huntington's disease - EAN 2017 Abstract #FW13_3

De ziekte van Huntington is een genetische aandoening die motorische, cognitieve en psychiatrische afwijkingen veroorzaakt. De genetische oorzaak werd geïdentificeerd in 1993. Het is een monogene neurodegeneratieve aandoening. Beeldvormingsonderzoeken wijzen op een progressieve hersenatrofie, maar pas na vele jaren verschijnen de kenmerkende ziektesymptomen.Hoever staat het onderzoek 25 jaar later?De ontwikkeling van geneesmiddelen voor de ziekte van Huntington is een uitdaging, net zoals bij andere degeneratieve aandoeningen. Veel stoffen laten het al afweten in de vroege studiefasen en het percentage mislukking in latere studiefasen is hoog.Zo kon in al oude, placebogecontroleerde klinische studies met riluzol geen verschil worden aangetoond tussen de twee behandelingsgroepen. Respectievelijk in de Verenigde Staten en Europa werden twee studies uitgevoerd met ethyleicosapentaeenzuur, aldus Joachim Ferreira (Lissabon, Portugal), zonder afdoende resultaat. Ook studies met latrepirdine, pridopidine, AFQO56 en cysteamine zijn met een sisser afgelopen. Die acht studies werden uitgevoerd bij in het totaal 1.366 patiënten gedurende 30 tot 144 weken. HoopEr bestaan momenteel twee geneesmiddelen die de hyperkinetische symptomen wat blijken te verminderen: tetrabenazine en deutetrabenazine. Dat zijn reversibele dopamineantagonisten en ze hebben dus louter een effect op de symptomen. De FDA heeft beide geneesmiddelen goedgekeurd om de ziekte van Huntington te bestrijden. Recentelijk werd een placebogecontroleerde studie uitgevoerd met deutetrabenazine. "We hebben enkel gegevens van placebogecontroleerde studies. Er werden nog geen direct vergelijkende studies uitgevoerd", zegt Joachim Ferreira. Beide geneesmiddelen hebben een vergelijkbaar effect op de motorische functie en veroorzaken ook vergelijkbare bijwerkingen. Er is weinig verschil in effect op de motorische functies en de bijwerkingen tussen tetrabenazine en deutetrabenazine. Er blijkt echter wel een duidelijk verschil te zijn op het vlak van depressie en slaperigheid: die zijn veel minder uitgesproken met deutetrabenazine. Momenteel loopt een open, gerandomiseerde, gecontroleerde klinische studie die nagaat of het mogelijk is over te schakelen van tetrabenazine op deutetrabenazine.Ongoing...Er zijn ook nieuwe stoffen en therapeutische strategieën in ontwikkeling die voortborduren op nieuwe mogelijke mechanismen, zoals een immunomodulerende strategie die beoogt het gemuteerde huntingtine (mHTT) te verminderen.In een recente, internationale studie werden 23 verschillende interventies onderzocht bij 31 patiënten met een ziekte van Huntington. Die interventies zitten nog in het stadium van klinische studies. Ze exploreren een nieuw paradigma, dat bestaat in remming van een aggregaat van mutante huntingtine-eiwitten (PBT2), een selectie van SirT1-remmers (selisistat), remming van PDE10A, antisenseoligonucleotiden (ASO) die interfereren met RNA, en ontstekingsremmers (laquinimod).Nieuwe perspectievenMomenteel loopt een multicentrische, internationale studie met een ASO, meer bepaald Ionis HTT, in Canada, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Het is de eerste studie met dat product bij de mens en dat geeft de patiënten toch weer wat hoop. De fase 1-studie bevestigt tot nog toe de stabiliteit en de tolerantie van het product. De intrathecale injecties blijken geen complicaties te veroorzaken.Het is ook voor de allereerste keer dat een geneesmiddel wordt gebruikt om de transcriptie van genen in die context te inactiveren. Het beste zou zijn activering tegen te gaan van het gen dat codeert voor huntingtine in de hersenschors én het striatum, die beide getroffen worden door de ziekte van Huntington.Bij een groot aantal patiënten in de lopende studie zou verdere verergering van de ziekte worden tegengegaan. Als de fase 1-studie positieve resultaten oplevert, zal in 2018 een fase 2-studie worden gestart bij een groter aantal patiënten.J. Coutinho Ferreira - New therapeutic strategies in Huntington's disease - EAN 2017 Abstract #FW13_3