...

De ziekte van Alzheimer wordt nu opgespoord met een positronemissietomografie en analyse van het cerebrospinale vocht, maar die technieken zijn invasief, oncomfortabel en duur. Californische vorsers stellen nu een nieuwe techniek voor: een oogonderzoek. Op het eerste gezicht misschien wat vreemd, aangezien er geen verband lijkt te bestaan tussen de hersenen en de ogen wat de ziekte van Alzheimer betreft.Maar de auteurs stellen dat de ziekte van Alzheimer dezelfde letsels veroorzaakt in het netvlies als in de hersenen. Je vindt er inderdaad amyloïdplaten, aggregaten van bèta-amyloïdeiwitten. Dat hadden ze in 2001 al vastgesteld bij alzheimermuizen en daarna bij postmortaal onderzoek in het netvlies van patiënten. Het netvlies maakt in tegenstelling tot andere structuren van het oog immers deel uit van het centrale zenuwstelsel en heeft tal van kenmerken gemeen met de hersenen.Diezelfde groep heeft nu een experimentele techniek ontwikkeld waarmee je alzheimer vroegtijdig kan ontdekken in de oogfundus. Daarbij wordt curcumine in het oog geïnjecteerd. Curcumine is een natuurlijke stof die fluorescentie uitzendt en een hoge affiniteit heeft voor samengeklitte bèta-amyloïdeiwitten. Het netvlies wordt dan gescand met een retinograaf, die fluorescentiepunten opspoort. Die laatste wijzen op aanwezigheid van curcumine en dus van amyloïdplaten.De wetenschappers hebben die nieuwe detectiemethode eerst toegepast bij tien patiënten met een ziekte van Alzheimer en zes controlepersonen van dezelfde leeftijd. Conclusie: het netvlies van de alzheimerpatiënten bevatte 4,7-maal meer amyloïdplaten dan dat van gezonde mensen.Om dat resultaat te bevestigen, hebben de auteurs vervolgens het netvlies geanalyseerd van 23 patiënten die waren gestorven aan de gevolgen van alzheimer, en 14 andere personen van dezelfde leeftijd zonder alzheimer. Zelfde vaststelling. Er zaten meer bèta-amyloïdplaten in het netvlies van alzheimerpatiënten. Met andere woorden, zowel bij levende als bij overleden patiënten correleerde het verlies van neuronen met eenzelfde verlies in de hersenen.Volgens prof. Maya Koronyo-Hamaoui wijst dat aller erop dat een retinografie een surrogaatbiomarker zou kunnen zijn. Het is een niet-invasief, eenvoudig en weinig duur onderzoek, waarmee je bèta-amyloïdplaten in het oog kunt opsporen 15-20 jaar voor de klinische diagnose wordt gesteld. Het onderzoek kan bovendien worden herhaald. Zo kun je de patiënten en de voortgang van de ziekte dus misschien volgen.In de Verenigde Staten en Australië lopen grotere klinische studies om de werkzaamheid van de techniek te bevestigen. Toch hebben de vorsers al een start-up opgericht, NeuroVision Imaging, om die techniek, Retinal Amyloid Imaging, te promoten.(referentie: Journal of Clinical Identification Insight, 17 augustus 2017, DOI: 10.1172/jci.insight.93621)