...

In deze twee genoomwijde associatiestudies heeft de groep onder de leiding van Danielle Posthuma, een specialiste in statistiek en genetica van de Vrije Universiteit Amsterdam, een nieuwe statistische methode gebruikt, meer bepaald MAGMA. Met die methode kan je snel genetische gegevens opsporen om specifieke types van cellen en weefsels te identificeren waarin de genen worden teruggevonden.De eerste studie werd uitgevoerd bij 269 867 mensen van Europese herkomst van 14 onafhankelijke cohorten. Bij de vrijwilligers werden neurocognitieve tests uitgevoerd en werd het genoom geanalyseerd om polymorfismen van één nucleotide (SNP) te detecteren.De vorsers hebben ontdekt dat meer dan 205 loci (een locus is een specifieke zone van een gen op een chromosoom) en 1016 genen zouden meespelen bij de intelligentie. Slechts 15 van die loci en 77 van die genen waren al bekend.Maar daar heeft de groep van Posthuma het niet bij gelaten. In een andere genoomwijde associatiestudie bij 449 484 mensen hebben de vorsers 136 loci ontdekt (waarvan er 124 nog niet bekend waren) en 599 genen die samenhangen met neuroticisme (woede, angst, paniek, depressie ....).Het is nog niet bekend via welke mechanismen die genen de cognitieve functies beïnvloeden, maar de ontdekking van een groot aantal genen die gerelateerd zijn aan de intelligentie en psychische stoornissen, is voor de neurobiologen een belangrijke stap voorwaarts. Nature Genetics, 25 juni 2018, doi: 10.1038/s41588-018-0152-6, endoi: 10.1038/s41588-018-0151-7