...

En als de ziekte van Parkinson nu eens haar oorsprong zou vinden in het spijsverteringsstelsel in plaats van in de hersenen? Een nieuw onderzoek uitgevoerd in een grote cohorte van 1 689 000 Zweden, die gedurende 52 jaar werden gevolgd (follow-up van meer dan 91 miljoen persoonsjaren), steekt een beschuldigende vinger uit naar de appendix.Mensen bij wie vroeg in het leven een appendectomie was uitgevoerd, liepen 19% minder kans om de ziekte van Parkinson te krijgen. Dat effect bleek vooral voor te komen bij mensen die in landelijke gebieden leven: bij hen was het risico op de ziekte van Parkinson na een appendectomie 25% lager. In stedelijke gebieden kon zo'n effect niet worden vastgesteld. Anderzijds zou de ziekte van Parkinson bij patiënten bij wie een appendectomie was uitgevoerd, gemiddeld 3,5 jaar later optreden dan bij patiënten die geen appendectomie hadden ondergaan.Volgens de auteurs zou de appendix, een reservoir van onze intestinale microbiota, een eiwit bevatten, dat een sleutelrol speelt bij de pathogenese van de ziekte van Parkinson: het alfasynucleïne-eiwit, dat aggregaten vormt, die de zenuwcellen stilaan vernietigen. Het eiwit verplaatst zich met name via de nervus vagus, die het spijsverteringsstelsel verbindt met de hersenen.De appendix, ook die van gezonde mensen, bevat grote hoeveelheden geaggregeerd alfasynucleïne-eiwit, maar niet iedereen krijgt de ziekte van Parkinson. De auteurs denken dan ook dat omgevingsfactoren zoals blootstelling aan pesticiden in landelijke gebieden zouden kunnen meespelen bij de pathogenese van de ziekte. Op dit ogenblik is er echter nog geen enkel bewijs van een oorzakelijk verband en de auteurs raden dan ook geen systematische appendectomie aan. (referentie: Science Translational Medicine, 31 oktober 2018, doi: 10.1126/scitranslmed.aar5280)http://stm.sciencemag.org/content/10/465/eaar5280