...

In de slokdarm kunnen opioïden leiden tot motiliteitsstoornissen, met dysfagie en een syndroom dat niet te onderscheiden is van primaire achalasie, tot gevolg. De maaglediging wordt erdoor vertraagd met postprandiale nausea en een vroegtijdig verzadigingsgevoel als resultaat. Na een abdominale ingreep kunnen opioïden postoperatief een ileus induceren. In de dikke darm is constipatie een gekende nevenwerking, maar er is ook een uniek syndroom, het narcotic bowel syndrome, gekenmerkt door chronische buikpijn, gepaard met nausea en braken in afwezigheid van andere identificeerbare oorzaken. De erkenning van de belangrijke rol van opioïden in de gastro-intestinale tractus heeft geleid tot de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen die gebruik maken van deze fysiologie. Zo zijn er perifeer werkende opioïdagonisten voor de behandeling van opioïdgeïnduceerde constipatie, en een combinatie van agonisten en antagonisten voor prikkelbare darm met overwegend diarree. Met de BFI (bowel function index) kan chronische opioïdgeïnduceerde constipatie worden geobjectiveerd zodat de gepaste behandeling kan worden ingesteld.Camilleri M et al. Opioids in Gastroenterology: Treating Adverse Effects and Creating Therapeutic Benefits. Clin Gastroenteol Hepatol 2017;15(9):1338-49. http://dx.doi.org/10.1016/j.cgh.2017.05.014