...

De aanbeveling om preventief fysiologische zoutoplossing toe te dienen is in feite gebaseerd op het advies van experts, maar de waarde ervan werd nooit formeel aangetoond. Een Nederlandse groep heeft daarom de AMACING-studie op touw gezet, een prospectieve, gerandomiseerde fase 3-studie bij 660 consecutieve volwassenen bij wie een electieve interventie met injectie van jodiumhoudende contraststof was voorzien en die een hoog risico liepen op contrastnefropathie gezien de geraamde glomerulusfiltratiesnelheid van 30 tot 59 ml/min./1,73 mm2. Het betrof een non-inferioriteitsstudie van geen profylaxe (n = 332) versus profylaxe (n = 328). Het primaire eindpunt was het optreden van een contrastnefropathie, gedefinieerd als een stijging van het serumcreatinine > 25% of > 44 µmol/l bij bepaling binnen twee tot zes dagen na de toediening van contraststof.Bij analyse van de patiënten van wie het serumcreatinine bekend was (92% van de patiënten van de groep zonder en 90% van de patiënten van de groep met profylaxe) was de incidentie van contrastnefropathie vergelijkbaar: respectievelijk 2,6% en 2,7%. De studie leert ook dat het aantal complicaties als gevolg van i.v. vochttoediening lager was in de groep zonder profylaxe en dat het ziekenhuisverblijf in die groep ook korter was. Naar EC Nijssen et al. Lancet 2017 Feb 20 [Online gepubliceerd voor de papieren versie].