...

Een studie uitgevoerd in tien Amerikaanse centra stelt de gegrondheid van dat beleid ter discussie. Het onderzoek werd uitgevoerd bij 2.743 patiënten met angina pectoris bij wie een angioplastiek werd uitgevoerd (70% mannen). Bij 11% werd de behandeling verminderd, bij 26% verhoogd en bij 63% bleef de behandeling onveranderd.Zes maanden na de angioplastiek was het percentage patiënten met aanvallen van angina pectoris hoger bij de patiënten bij wie de behandeling was verlaagd (33,4%), dan bij de patiënten bij wie de behandeling onveranderd was gebleven (23,3%) of was verhoogd (21,3%), p < 0,001 in beide gevallen. De onderzoekers hebben een significante interactie vastgesteld tussen een vermindering van de behandeling en een onvolledige revascularisatie. Bij de 1.884 patiënten bij wie een volledige revascularisatie was uitgevoerd, ging een vermindering van de behandeling met antianginosa niet gepaard met een significante stijging van het risico op angina pectoris (25,6%) in vergelijking met de patiënten bij wie de behandeling niet was veranderd (21,9%) of was verhoogd (20,3%) (p = 0,30 in beide gevallen). Bij de 859 patiënten bij wie een onvolledige revascularisatie was uitgevoerd, was dat respectievelijk 41,8%, 26,3% en 23,6%.Na correctie voor vertekenende factoren was het risico op angina pectoris zes maanden na de angioplastiek bij de patiënten bij wie een onvolledige revascularisatie was uitgevoerd, gemiddeld 43% (95% BI 26 tot 63%) hoger als de behandeling was verminderd, dan als de behandeling niet was veranderd.M Qintar et al. J Am Heart Assoc. 2017; 6: e006405