...

De incidentie van het primaire eindpunt, een samengesteld eindpunt van cardiovasculaire sterfte en niet-fataal myocardinfarct en CVA, daalde significant met 14% (p = 0,02). De studie die op het congres van de AHA van 2017 werd gepresenteerd, heeft het effect van canagliflozine onderzocht in de primaire preventie (50-plussers met minstens twee cardiovasculaire risicofactoren, 34% van de onderzochte populatie) en de secundaire preventie (30-plussers met een cardiovasculaire voorgeschiedenis, 66% van de onderzochte populatie).De incidentie van het primaire samengestelde eindpunt daalde significant in de secundaire preventie (HR = 0,82), maar niet in de primaire preventie (HR = 0,98, niet significant). Idem wat ziekenhuisopnames wegens hartfalen en renale complicaties betreft: significante daling in de secundaire preventie (HR respectievelijk 0,68 en 0,59), maar niet in de primaire preventie (HR respectievelijk 0,64 en 0,63, in beide gevallen niet significant).De onderzoekers en de statistici waarschuwen echter voor overhaaste conclusies. Het uitblijven van een significant verschil in de primaire preventie is mogelijk immers toe te schrijven aan een lager aantal accidenten dan verwacht. Bij interactietests bleken de resultaten niet heterogeen te zijn. Kortom, remming van de SGLT2-cotransporter met canagliflozine is niet alleen niet schadelijk op cardiovasculair vlak, maar biedt zelfs een zekere cardiovasculaire preventie, waarschijnlijk bij alle type 2-diabetespatiënten en niet alleen diegenen die al een cardiovasculair accident hebben doorgemaakt. Ter herinnering, wees bedacht op het risico op genitale infecties (canagliflozine zou de incidentie ervan verhogen met factor 3,8 bij mannen en factor 4,4 bij vrouwen). Verder werd in de canagliflozinegroep ook een significant hoger aantal amputaties gemeten. Die ernstige bijwerking blijkt specifiek te zijn voor canagliflozine en wordt niet teruggevonden met andere SGLT2-remmers. Naar de uiteenzetting van KW Mahaffey, AHA 2017.