Het ontslag na ziekenhuisopname vormt risico's voor de medicatieveiligheid van de patiënt omdat er vaak een gebrekkige overdracht van gegevens gebeurt tussen ziekenhuis en eerstelijn. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) publiceerde in 2010 een lijvig rapport met een reeks aanbevelingen voor een betere 'seamless care' . Medicatieoverdracht bij ziekenhuisopname en bij ontslag vereist een globale aanpak over een brede regio.

Bij opname

Verschillende knelpunten dragen bij tot de onvolledige medicatieoverdracht tussen eerstelijn en ziekenhuis en vice versa. Bij opname beschikt het ziekenhuis vaak over een onvolledig medicatieoverzicht. De patiënt is meestal niet in het bezit van een medicatieschema. Veel patiënten (bv. ouderen met polyfarmacie) zijn niet in staat om hun medicatiegebruik correct te melden. Het gedeeld medicatieschema in Vitalink wordt weinig geconsulteerd in het ziekenhuis. Hiervoor zijn verschillende redenen: de onbeschikbaarheid van Vitalink in sommige ziekenhuizen, Vitalink is niet volledig geïntegreerd in het EPD, consulteren van Vitalink is wel mogelijk, maar downloaden of wijzigen is niet mogelijk, Vitalink is nog steeds onvoldoende gekend en niet in de werkroutine vervat, er is niet altijd een schema beschikbaar op Vitalink. Het aantal schema's stijgt gelukkig maandelijks.

Bij ontslag

Bij ontslag wordt het medicatieschema in Vitalink niet (of zelden) aangepast. Dit heeft tot gevolg dat er na ontslag voor één patiënt twee versies van een medicatieschema kunnen circuleren: een papieren versie van het ziekenhuis en een digitale versie op Vitalink. In het patiëntendossier wordt de huisapotheker meestal niet geregistreerd. Vanuit het ziekenhuis wordt zelden contact opgenomen met de huisapotheker voor een medicatieoverzicht.

Bij ontslag uit het ziekenhuis ontvangt de huisapotheker meestal enkel voorschriften, noch medicatieschema, noch ontslagbrief. Hierdoor ontbreekt belangrijke informatie over bv. posologie, therapieduur, stopgezette medicatie.

Uitstellen

De patiënt zelf ontvangt soms wel een medicatieschema voor eigen gebruik, maar brengt dit meestal niet mee naar de apotheek..De patiënt gaat na ontslag meestal eerst naar zijn huisapotheker en consulteert de huisarts pas wanneer er nieuwe voorschriften nodig zijn. Gevolg is dat de patiënt het bezoek aan de huisarts vaak te lang uitstelt, waardoor de medicatie niet tijdig wordt aangepast. Slechts 54.6% van de Belgische oudere patiënten (65+) hadden binnen de week na hun ziekenhuisontslag contact met hun huisarts.

Vanuit het ziekenhuis wordt zelden contact opgenomen met de huisapotheker voor een medicatieoverzicht

De ontslagmedicatie is niet altijd aangepast aan de thuismedicatie voor opname, bv. formulariumswitch met risico op dubbelmedicatie. Extra geneesmiddelgebonden informatie wordt niet meegedeeld aan de huisapotheker. Nochtans is dit essentiële informatie om het Vitalink-schema te actualiseren. Idealiter worden er drie vormen van informatie gedeeld: Medicamenteus: qua medicatie zowel een overzicht van de medicatie geregistreerd bij opname als ontslag. Voor elk geneesmiddel de indicatie, reden voor start, wijziging of stop van elk geneesmiddel en start/stop data. Medisch: de reden voor hospitalisatie, belangrijkste comorbiditeiten van de patiënt (vb. nierinsufficiëntie, maagulcus in het verleden) en allergieën en intoleranties. Administratieve gegevens: de contactgegevens van de behandelende artsen in het ziekenhuis. Er is vaak geen afdelingsnaam en telefoonnummer op het voorschrift, noch op het medicatieschema

Goede gesprekken

Huisapothekers, huisartsen en thuisverpleegkundigen willen inspanningen leveren om zoveel mogelijk patiënten met complexe medicatie te voorzien van een actueel medicatieschema (in Vitalink), zodat dit bij (ongeplande of geplande) opname in het ziekenhuis voorhanden is.

Het ontslag na ziekenhuisopname vormt risico's voor de medicatieveiligheid van de patiënt omdat er vaak een gebrekkige overdracht van gegevens gebeurt tussen ziekenhuis en eerstelijn. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) publiceerde in 2010 een lijvig rapport met een reeks aanbevelingen voor een betere 'seamless care' . Medicatieoverdracht bij ziekenhuisopname en bij ontslag vereist een globale aanpak over een brede regio.Bij opnameVerschillende knelpunten dragen bij tot de onvolledige medicatieoverdracht tussen eerstelijn en ziekenhuis en vice versa. Bij opname beschikt het ziekenhuis vaak over een onvolledig medicatieoverzicht. De patiënt is meestal niet in het bezit van een medicatieschema. Veel patiënten (bv. ouderen met polyfarmacie) zijn niet in staat om hun medicatiegebruik correct te melden. Het gedeeld medicatieschema in Vitalink wordt weinig geconsulteerd in het ziekenhuis. Hiervoor zijn verschillende redenen: de onbeschikbaarheid van Vitalink in sommige ziekenhuizen, Vitalink is niet volledig geïntegreerd in het EPD, consulteren van Vitalink is wel mogelijk, maar downloaden of wijzigen is niet mogelijk, Vitalink is nog steeds onvoldoende gekend en niet in de werkroutine vervat, er is niet altijd een schema beschikbaar op Vitalink. Het aantal schema's stijgt gelukkig maandelijks. Bij ontslagBij ontslag wordt het medicatieschema in Vitalink niet (of zelden) aangepast. Dit heeft tot gevolg dat er na ontslag voor één patiënt twee versies van een medicatieschema kunnen circuleren: een papieren versie van het ziekenhuis en een digitale versie op Vitalink. In het patiëntendossier wordt de huisapotheker meestal niet geregistreerd. Vanuit het ziekenhuis wordt zelden contact opgenomen met de huisapotheker voor een medicatieoverzicht. Bij ontslag uit het ziekenhuis ontvangt de huisapotheker meestal enkel voorschriften, noch medicatieschema, noch ontslagbrief. Hierdoor ontbreekt belangrijke informatie over bv. posologie, therapieduur, stopgezette medicatie. UitstellenDe patiënt zelf ontvangt soms wel een medicatieschema voor eigen gebruik, maar brengt dit meestal niet mee naar de apotheek..De patiënt gaat na ontslag meestal eerst naar zijn huisapotheker en consulteert de huisarts pas wanneer er nieuwe voorschriften nodig zijn. Gevolg is dat de patiënt het bezoek aan de huisarts vaak te lang uitstelt, waardoor de medicatie niet tijdig wordt aangepast. Slechts 54.6% van de Belgische oudere patiënten (65+) hadden binnen de week na hun ziekenhuisontslag contact met hun huisarts. De ontslagmedicatie is niet altijd aangepast aan de thuismedicatie voor opname, bv. formulariumswitch met risico op dubbelmedicatie. Extra geneesmiddelgebonden informatie wordt niet meegedeeld aan de huisapotheker. Nochtans is dit essentiële informatie om het Vitalink-schema te actualiseren. Idealiter worden er drie vormen van informatie gedeeld: Medicamenteus: qua medicatie zowel een overzicht van de medicatie geregistreerd bij opname als ontslag. Voor elk geneesmiddel de indicatie, reden voor start, wijziging of stop van elk geneesmiddel en start/stop data. Medisch: de reden voor hospitalisatie, belangrijkste comorbiditeiten van de patiënt (vb. nierinsufficiëntie, maagulcus in het verleden) en allergieën en intoleranties. Administratieve gegevens: de contactgegevens van de behandelende artsen in het ziekenhuis. Er is vaak geen afdelingsnaam en telefoonnummer op het voorschrift, noch op het medicatieschemaGoede gesprekkenHuisapothekers, huisartsen en thuisverpleegkundigen willen inspanningen leveren om zoveel mogelijk patiënten met complexe medicatie te voorzien van een actueel medicatieschema (in Vitalink), zodat dit bij (ongeplande of geplande) opname in het ziekenhuis voorhanden is.