...

De wet diverse bepalingen inzake gezondheidszorg, waarover we eerder hebben bericht, bevat een aantal bepalingen die het akkoordensysteem moeten bijsturen. Maar die gaan niet of nauwelijks in de richting van wat in het mini-akkoord was afgesproken, aldus de Bvas.Vertrouwenwekkende maatregelen Het akkoord had een aantal vertrouwenwekkende maatregelen in het vooruitzicht gesteld. Maar volgens de persmededeling van het artsensyndicaat wordt er daar maar één gedeeltelijk van uitgevoerd: een financieel meerjarenkader dat het mogelijk moet maken een tweejarig akkoord budgettair beter te plannen, wordt door de wet mogelijk gemaakt maar niet verplicht.Meer rechtszekerheid inzake de honoraria komt er niet. Over garanties voor de indexering van honoraria staat er niets in de wet. Wel zijn de artsen, ook wanneer ze het akkoord artsen-ziekenfondsen opzeggen, voortaan toch verplicht om de bepalingen ervan te blijven naleven. De verduidelijking die artsensyndicaten wilden over de mogelijke ontbinding van het akkoord brengt de wet niet. De artsen vroegen om het vorige akkoord van rechtswege te ontbinden naar aanleiding van de ingreep van de regering in de indexering van de honoraria - maar de regering wilde de geldigheid van die vraag niet erkennen. De nieuwe bepalingen maken het ontbinden of opzeggen van een akkoord voortaan alleen maar moeilijker, stellen de juristen van Bvas vast. Dat is wel het tegendeel van wat was gevraagd.Sociaal statuutEn ook wat het sociaal statuut betreft stuurt de wet de artsen met een kluitje in het riet, vindt de Bvas. De voorgestelde regeling maakt niet dat het bedrag kan meetellen voor het aanvullend pensioen.De ruimere inspraak van de Nationale Commissie in de bijzondere overeenkomsten tussen ziekenhuizen en ziekenfondsen (binnen het College van artsen-directeurs) komt er niet. Alleen mag het Verzekeringscomité voortaan experts aanwijzen die bij het uitwerken van de overeenkomst worden betrokken.