...

Volgens het nieuwe akkoord wordt de prestatie 102852 voor de diabetespas aangepast. Dat nummer zou voortaan gekoppeld worden aan het 'voortraject diabetes', waarbij "de huisarts of de huisartsenpraktijk de betrokken patiënten identificeren, registreren en hen doelgerichte zorg aanbieden, gebaseerd op evidence-based aanbevelingen voor een goede praktijkvoering. Dat houdt onder meer in dat de huisarts met de patiënt zijn individuele doelstellingen bespreekt en deze noteert in het GMD en dat hij de klinische en biologische gegevens registreert".Het bedrag dat de huisarts krijgt voor deze prestatie wordt afgerond op 20 euro. De website van het Riziv meldt dat het nieuwe tarief geldig is vanaf 1 februari.'Generiek zorgmodel'Het zal wel geen verrassing zijn, maar deze minihervorming heeft vertraging opgelopen. Er was begin februari wel ander goed nieuws over de zorgtrajecten: vanaf 1 februari is de referentieperiode voor een consultatie bij de specialist verlengd. Maar over het voortraject zwegen de officiële kanalen de eerste dagen in alle talen.Twee artsensyndicaten berichtten er wel over, elk op hun eigen manier.De Nieuwsbrief van Domus Medica (gelieerd aan AADM) meldde op 5 februari conform het akkoord dat het boekje verdwijnt. De huisarts noteert voortaan alle gegevens in het EMD/GMD: de gemeten waarden voor de aandoening en de afgesproken behandelingsdoelen.Het ASGB was voorzichtiger. Het stelt op de website vast dat de datum van 1 februari 2015 duidelijk te optimistisch was, maar dat het voorbereidend werk in de betrokken commissies volop bezig is. Het geeft zijn leden de raad voorlopig niets te doen: de komende maanden zal de huisarts nog ruim de tijd hebben om de begeleiding van zijn 'type 2'-patiënt op te starten.Het Riziv meldde uiteindelijk op 6 februari dat de diabetespas voorlopig behouden blijft. Pas in de loop van dit jaar maakt dit boekje plaats voor registratie in het EMD.Het Riziv noemt het voortraject diabetes overigens het 'generieke zorgmodel' voor type 2-patiënten. Het 'generieke zorgmodel' zal voorlopig aan de patiënt dezelfde voordelen bieden als de diabetespas: een consultatie bij de voedingsdeskundige en een sessie bij de podoloog.Later zou daar diabeteseducatie en bewegingsadvies bijkomen. De (elektronische) gegevensuitwisseling moet dan de multidisciplinaire samenwerking ruggesteunen.