...

Maar al dat heen en weer rijden naar het ziekenhuis is tijdrovend en stressvol. "Vrouwen moeten er vrijaf voor nemen, eventueel kinderopvang regelen, al dan niet familie inschakelen..." Hoe lang nog blijven we op deze manier doorgaan, maakt de professor zich de bedenking - lang voor de idee om hospitalocentrisme te verlaten en ziekenhuizen te zien als schakels in een keten van zorg, echt voet aan de grond krijgt."In België vinden jaarlijks 19.000 behandelingscycli plaats, in Nederland 17.000. In de VS liefst 180.000 en daar zijn de afstanden die de patiënt moet afleggen naar het ziekenhuis nog vele malen veel groter", vervolgt Jan Gerris. "Is het niet omslachtig dat al die vrouwen telkens naar het ziekenhuis moeten voor een in wezen relatief simpele handeling?" Alsof het lot het wil, komt Gerris in contact met ingenieur Johan Berlaen. Hij vertelt de ex-directeur Research & Development bij Agfa-Gevaert over zijn idee om vrouwen thuis zelf een vaginale echo te laten maken. Die laatste heeft daar wel oren naar.Samen werken ze het concept technologisch verder uit, dat de naam SOET (self-operated endovaginal telemonitoring) krijgt. In 2011 wordt het opgepikt door Flanders Care* als demonstratieproject. Jan Gerris: "Dat gaf ons de financiële armkracht om een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek uit te voeren. Uit die studie bleek dat er even veel kans is op conceptie en zwangerschap als bij de traditionele follow-up, met het grote verschil dat patiënten veel tevredener waren; ze voelden zich meer empowered en vonden deze methode discreter." Drie jaar later, in september 2014, wordt het concept gecommercialiseerd onder impuls van Berlaens bedrijf Fertihome - een spin-off van het UZ Gent. Het echotoestel in kwestie ziet er uit als een grote en lange tampon en is verbonden met een tablet die de beelden na gebruik via het internet doorstuurt naar een beveiligde cloud-server. De gynaecoloog kan daarop inloggen met een wachtwoord, en vervolgens meten of de follikels waarin de eicellen rijpen, al voldoende gegroeid zijn."Kijk", zegt prof. Gerris terwijl hij het resultaat van een vorige meting toont. "In dit tekstvlak noteer ik de waarden, en de instructies voor de verdere stappen in de behandeling." Op dezelfde manier kunnen zijn patiënten inloggen op de cloud-website en de commentaar van hun dokter lezen.Als er een echo binnenkomt, krijgt de professor daarvan een melding op zijn gsm. "Mijn patiënten mogen me op elk moment hun beelden sturen. Meestal bekijk ik ze 's avonds, als het wat rustiger is, maar als ik tijd heb, bekijk ik ze meteen. Zo'n meting neemt slechts een tiental minuutjes in beslag."De meeste patiënten die het toestel gebruiken, komen uit Nederland of wonen ver van het UZ Gent. "De reacties zijn positief: de vrouwen verliezen geen tijd, zijn niet afwezig op het werk, moeten geen kinderopvang voorzien, er zijn geen transportkosten... Kortom, er is meer comfort. Uit ons onderzoek bleek trouwens ook dat de partner actiever betrokken wordt." En de artsen? "Die krijgen door het wegvallen van routine-echo's tijd en ruimte voor werk waar hun hoge kwalificatie echt nodig is", zegt Gerris. Moeilijk is het volgens hem niet om zo'n vaginale echo te maken. "Het vergt wat 'vaginaal gezond verstand'. Als het niet meteen goed lukt, en een van de eierstokken bijvoorbeeld niet zeer goed te zien is, vraag ik de patiënt om een tweede echo door te sturen. We raden het niet aan als een vrouw voor het eerst hormonaal gestimuleerd wordt. Bij een tweede en derde cyclus verloopt het meestal vlot. Door het veelvoudig contact tussen gynaecoloog, vroedvrouw en patiënt ontstaat echt een band."Fertihome verkoopt de toestellen aan ziekenhuizen, die ze uitlenen aan hun patiënten. Ondertussen hebben zo'n 200 vrouwen het apparaat gebruikt. Ze betalen er 400 euro per cyclus voor. Voorlopig is er geen terugbetaling voorzien door het ziekenfonds. Daardoor ervaart het team van prof. Jan Gerris moeite om de toegevoegde waarde van het nieuwe systeem bij de andere artsen aan te tonen. "De meeste gynaecologen liggen er niet echt van wakker dat hun patiënten soms heroïsche, organisatorische regelingen moeten treffen om in de wachtzaal te kunnen zitten om half negen. Wat vooral telt, is dat zij een raadpleging en een echografie kunnen aanrekenen in de bestaande vorm van monitoring." "Wij introduceren niet alleen een 'machientje', het is ook een totaal andere manier van praktijkvoeren", vervolgt Gerris. "En niets is zo moeilijk als het veranderen van een mentaliteit."Dé uitdaging is dan ook om ervoor te zorgen dat dit concept op een gelijkwaardige manier wordt vergoed als de bestaande methode, zegt Jan Gerris. "De overheid zou bijvoorbeeld een goed uitgedokterd forfait kunnen betalen aan de centra per cyclus, zodat een ivf-cyclus integraal forfaitair kan gefinancierd worden (medicatie en labokosten zijn reeds forfaitair, eicelpunctie en embryotransfer hebben een specifiek nomenclatuurnummer, nvdr)."De professor geeft toe dat het voornamelijk de patiënten zijn die hem blijven motiveren om door te gaan met het project, al zien heel wat collega's het potentieel er wel van in. "Onlangs kreeg ik een mailtje van een Nederlandse patiënte met een drukke huisartsenpraktijk. Haar laatste cyclus had geen embryo's opgeleverd. 'Komaan dokter', schreef ze, 'we doen verder!'. (glimlacht) Daar doe je het uiteindelijk voor."