Sinds 1994 moeten ondernemingen zoals cafés en vrije beroepen een jaarlijkse forfaitaire bijdrage betalen voor de muziek die ze afspelen. In een nieuw koninklijk besluit stelt minister van Werk, Economie en Consumenten Kris Peeters vrije beroepers zoals o.m. artsen vrij van die 'billijke' vergoeding.

De Federatie Vrije Beroepen toont zich opgetogen over de beslissing. "Hun patiënten en cliënten komen immers niet voor de 'gezelligheid' maar uit pure noodzaak naar de vrije beroepspraktijk. Ook zonder die muziek zouden ze sowieso langskomen. Het spelen van muziek geldt in deze enkel als een stukje 'ondersteuning' voor het welbevinden van de patiënt of cliënt, zonder dat hier ook maar enig concurrentievoordeel uit voortvloeit. Het valt dan ook niet te verantwoorden dat vrije beroepers hiervoor een extra vergoeding zouden moeten betalen."

Voorwaarden

De vrijstelling van het betalen van de billijke vergoeding is wel gekoppeld aan vier voorwaarden. Zo mag het spelen van de muziek geen deel uitmaken van een bewuste (wervings)strategie. Ook moet er sprake zijn van een relatief stabiel (vast) patiënten-of cliëntenbestand. Bij een sterk wisselend bestand zou immers het vermoeden van 'werving' kunnen ontstaan. De regelgeving gaat hier ook uit van een wachtzaal met een relatief beperkt aantal aanwezigen tegelijk. Tot slot mag er geen sprake zijn van enig winstoogmerk bij het spelen van de muziek.

De nieuwe vrijstellingsregels gaan in vanaf 1 januari volgend jaar. Ze betekenen echter niet dat vrije beroepers ook worden vrijgesteld van de SABAM-bijdrage voor het spelen van muziek in hun wachtzaal en/of beroepspraktijk. "Terwijl de 'billijke vergoeding' ten goede komt aan de uitvoerders van de muziek, gaan de SABAM-bijdragen naar de auteurs. Vrije beroepers moeten nog wel de SABAM-bijdrage blijven betalen", aldus de Federatie Vrije Beroepen.

Sinds 1994 moeten ondernemingen zoals cafés en vrije beroepen een jaarlijkse forfaitaire bijdrage betalen voor de muziek die ze afspelen. In een nieuw koninklijk besluit stelt minister van Werk, Economie en Consumenten Kris Peeters vrije beroepers zoals o.m. artsen vrij van die 'billijke' vergoeding.De Federatie Vrije Beroepen toont zich opgetogen over de beslissing. "Hun patiënten en cliënten komen immers niet voor de 'gezelligheid' maar uit pure noodzaak naar de vrije beroepspraktijk. Ook zonder die muziek zouden ze sowieso langskomen. Het spelen van muziek geldt in deze enkel als een stukje 'ondersteuning' voor het welbevinden van de patiënt of cliënt, zonder dat hier ook maar enig concurrentievoordeel uit voortvloeit. Het valt dan ook niet te verantwoorden dat vrije beroepers hiervoor een extra vergoeding zouden moeten betalen."VoorwaardenDe vrijstelling van het betalen van de billijke vergoeding is wel gekoppeld aan vier voorwaarden. Zo mag het spelen van de muziek geen deel uitmaken van een bewuste (wervings)strategie. Ook moet er sprake zijn van een relatief stabiel (vast) patiënten-of cliëntenbestand. Bij een sterk wisselend bestand zou immers het vermoeden van 'werving' kunnen ontstaan. De regelgeving gaat hier ook uit van een wachtzaal met een relatief beperkt aantal aanwezigen tegelijk. Tot slot mag er geen sprake zijn van enig winstoogmerk bij het spelen van de muziek.De nieuwe vrijstellingsregels gaan in vanaf 1 januari volgend jaar. Ze betekenen echter niet dat vrije beroepers ook worden vrijgesteld van de SABAM-bijdrage voor het spelen van muziek in hun wachtzaal en/of beroepspraktijk. "Terwijl de 'billijke vergoeding' ten goede komt aan de uitvoerders van de muziek, gaan de SABAM-bijdragen naar de auteurs. Vrije beroepers moeten nog wel de SABAM-bijdrage blijven betalen", aldus de Federatie Vrije Beroepen.