...

Toegankelijkheid en 'equity' (billijkheid) van de zorg waren stokpaardjes van professor De Maeseneer, de Vakgroep blijft ze hoog in het vaandel voeren. An De Sutter: "De gezondheidskloof neemt nog steeds toe. De plek waar je geboren wordt, de opleiding die je geniet bepalen nog steeds voor een groot deel hoe lang je in goede gezondheid zult leven. Deze kloof verminderen moet een belangrijke prioriteit zijn voor de toekomst. De huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg kunnen bijdragen door toegang voor iedereen maximaal te verzekeren en door iedereen actief proberen te bereiken. Preventie en vroegtijdige behandeling kunnen veel gezondheidsleed voorkomen."De eerstelijnszones waar in 2018 volop verder zal aan getimmerd worden, bieden voor professor De Sutter een belangrijke opportuniteit om ook die mensen te bereiken die nu vaak uit de boot vallen. "Een eerstelijnszone zal een omschreven populatie omvatten waarvoor zij verantwoordelijkheid draagt. Hier kunnen huisartsen een centrale rol spelen door zoveel mogelijk mensen via het GMD aan boord te nemen zodat deze personen - wanneer er zich problemen voordoen - meteen weten waar ze daarmee naartoe kunnen gaan. Huisartspraktijken zullen via de eerstelijnsnetwerken mensen kunnen leiden naar de hulp die ze nodig hebben, via een intense interdisciplinaire en intersectorale samenwerking.""Problemen, zeker van de meest kwetsbare mensen, vragen vaak veel meer dan alleen gezondheidszorg" vervolgt De Sutter. Er zal daarnaast overleg nodig zijn met de lokale besturen om structurele problemen te verbeteren. Het is een ontwikkeling die we vol verwachting tegemoet zien en ook volop steunen. Vandaar dat de vakgroep huisartsgeneeskunde huisvesting biedt aan een van de transitiecoaches die door de Vlaamse overheid gesubsidieerd worden om de organisatie van deze zones uit te werken.Wat de geneeskundeopleiding betreft is 2018 het jaar van de 'dubbele cohorte'. "Die is er dit academiejaar al in het laatste jaar van de basisopleiding en volgend jaar in het eerste jaar van de master na master huisartsgeneeskunde. Dat vraagt een grote extra inspanning en organisatie, te meer omdat in het nieuwe, zesjarige curriculum deze opleiding grondig hervormd wordt. We moeten bovendien 40% van de geneeskundestudenten warm maken voor ons specialisme", zegt De Sutter. "Dat is heel wat, de kleine helft."Er moeten niet alleen voldoende huisartsen opgeleid worden om de groep op te volgen die binnenkort met pensioen vertrekt - de eerste lijn staat voor een toenemende uitdaging om een steeds complexere wordende zorg op zich te nemen. "Toen ik voor onze praktijk de laatste keer de wachtdienst waarnam, moest ik vier huisbezoeken afleggen. De jongste patiënt die ik toen zag was 89 jaar oud. In twee gevallen ging het om koppels die nog zelfstandig thuis tezamen woonden. We houden de patiënten zo lang mogelijk thuis, maar dat is geen gemakkelijke weg om te bewandelen. Je steekt daar behoorlijk wat tijd in en het vraagt een specifieke deskundigheid.""De laatste decennia is de basisopleiding grondig bijgestuurd. In het blok huisartsgeneeskunde in het derde baccalaureaat leggen we studenten uit wat huisartsgeneeskunde inhoudt. Ook in de andere klinische blokken krijgen we vaak enkele uren om de eerstelijnsproblematiek te belichten. We geven bijvoorbeeld in het blok neurologie een les over hoofdpijn, een klacht die typisch bij de huisarts terechtkomt. We laten voelen dat de huisartsgeneeskunde net als andere specialismen een intellectuele uitdaging inhoudt. Dat de psychosociale context in de huisartsgeneeskunde belangrijk is, maar er daarnaast evengoed een medisch verhaal is.""Belangrijk is vooral dat studenten al in het tweede jaar een dag kunnen meelopen in de huisartsenpraktijk, en in het derde jaar een kleine week. Vooral de drie weken stage bij een huisarts in de masters fungeert als eye opener bij nogal wat studenten. Sommigen die al een voorkeur hadden voor een ander specialisme zullen hun keuze na die stage heroverwegen. Hierbij dan ook een warme oproep voor huisartsen: niet alleen voor haio's hebben we de opleidingspraktijken nodig, maar ook voor studenten uit de basisopleiding."