Volgens mijn CM-collega Luc Van Gorp kan in België makkelijk één op de vier ziekenhuizen gesloten worden zonder te raken aan de kwaliteit van de zorg. Een provocerende uitspraak, wellicht bedoeld om het debat aan te zwengelen.

Nabijheid

Niemand ontkent vandaag nog dat we een overaanbod hebben van sommige gespecialiseerde centra. Maar daarvoor is sluiting niet noodzakelijk de beste oplossing. Ik houd vast aan nabije zorg voor chronische zorg of standaardingrepen. Maar voor gespecialiseerde zorg is samenwerking en taakverdeling nodig. Niet elk ziekenhuis moet alles aanbieden, maar ze moeten hun talenten samenleggen en inzetten op hun sterke punten. Dit alles in het voordeel van de patiënt en de kwaliteit van de zorg.

Op basis van een puur cijfermatige redenering kan je bijvoorbeeld zeggen dat je alle materniteiten met minder dan 600 bevallingen per jaar moet sluiten. Maar je moet als aanstaande moeder dan maar de pech hebben in de regio Veurne te wonen, de dichtstbijzijnde materniteit ligt dan al in Oostende of Ieper. Een sluiting van een dienst hangt dus ook af van de geografische ligging en de beschikbare alternatieven; en uiteraard van de kwaliteit van de zorg.

Eerder dan te spreken over het sluiten van ziekenhuizen is het beter te spreken over de reorganisatie van het aanbod op regionale basis.

Dus eerder dan te spreken over het sluiten van ziekenhuizen is het beter te spreken over de reorganisatie van het aanbod op regionale basis. Zodat ziekenhuizen in een bepaalde regio afspraken kunnen maken omtrent de diensten die ze aanbieden en dit afstemmen op de noden van hun regio. Wij delen hiermee de conclusie van het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg. Die schuift als oplossing het vormen van netwerken van ziekenhuizen naar voor, met onderlinge taakverdelingen en gerichte doorverwijzing van patiënten.

Inspraak en supplementen

Overigens beweegt er vandaag op het terrein heel wat in die richting. Het is evenwel wachten op de uitwerking van een regelgevend kader vanuit de diverse overheden. Een groot struikelpunt is dat hervormingen vandaag steevast worden ingebed in een besparingslogica. Dat werkt verlammend en stuurt iedereen naar de loopgraven. Wat we ten gronde betreuren.

Sommige artsen bekijken heel de ziekenhuishervorming met lede ogen, en met bange voorgevoelens dat hun impact in de ziekenhuizen zal verkleinen. Niet voor niets was één van hun belangrijkste eisen om het lopende tariefakkoord artsen-ziekenfondsen te redden het waarborgen van een strategische en operationele betrokkenheid van artsen in de governance van de toekomstige ziekenhuisnetwerken. Wij steunen deze eis. Voor de kwaliteit van de patiëntenzorg is het essentieel dat artsen en ziekenhuizen in goede verstandhouding met elkaar omgaan, en dat artsen inspraak hebben in het beleid.

Belangrijk voor ons is dat dit debat gekoppeld wordt aan de discussie over de afhoudingen van de artsenhonoraria in het ziekenhuismilieu en aan de discussie over de ereloonsupplementen. Laat ons deze debatten met open vizier en in alle transparantie voeren. Laat ons de cijfers duidelijk op tafel leggen en met de patiënt centraal de juiste beslissingen nemen. Laat ons gaan voor een billijke en solidaire financiering die tegemoetkomt aan de noden van zowel de instellingen, artsen als de patiënten.

Volgens mijn CM-collega Luc Van Gorp kan in België makkelijk één op de vier ziekenhuizen gesloten worden zonder te raken aan de kwaliteit van de zorg. Een provocerende uitspraak, wellicht bedoeld om het debat aan te zwengelen. NabijheidNiemand ontkent vandaag nog dat we een overaanbod hebben van sommige gespecialiseerde centra. Maar daarvoor is sluiting niet noodzakelijk de beste oplossing. Ik houd vast aan nabije zorg voor chronische zorg of standaardingrepen. Maar voor gespecialiseerde zorg is samenwerking en taakverdeling nodig. Niet elk ziekenhuis moet alles aanbieden, maar ze moeten hun talenten samenleggen en inzetten op hun sterke punten. Dit alles in het voordeel van de patiënt en de kwaliteit van de zorg.Op basis van een puur cijfermatige redenering kan je bijvoorbeeld zeggen dat je alle materniteiten met minder dan 600 bevallingen per jaar moet sluiten. Maar je moet als aanstaande moeder dan maar de pech hebben in de regio Veurne te wonen, de dichtstbijzijnde materniteit ligt dan al in Oostende of Ieper. Een sluiting van een dienst hangt dus ook af van de geografische ligging en de beschikbare alternatieven; en uiteraard van de kwaliteit van de zorg. Dus eerder dan te spreken over het sluiten van ziekenhuizen is het beter te spreken over de reorganisatie van het aanbod op regionale basis. Zodat ziekenhuizen in een bepaalde regio afspraken kunnen maken omtrent de diensten die ze aanbieden en dit afstemmen op de noden van hun regio. Wij delen hiermee de conclusie van het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg. Die schuift als oplossing het vormen van netwerken van ziekenhuizen naar voor, met onderlinge taakverdelingen en gerichte doorverwijzing van patiënten.Inspraak en supplementenOverigens beweegt er vandaag op het terrein heel wat in die richting. Het is evenwel wachten op de uitwerking van een regelgevend kader vanuit de diverse overheden. Een groot struikelpunt is dat hervormingen vandaag steevast worden ingebed in een besparingslogica. Dat werkt verlammend en stuurt iedereen naar de loopgraven. Wat we ten gronde betreuren.Sommige artsen bekijken heel de ziekenhuishervorming met lede ogen, en met bange voorgevoelens dat hun impact in de ziekenhuizen zal verkleinen. Niet voor niets was één van hun belangrijkste eisen om het lopende tariefakkoord artsen-ziekenfondsen te redden het waarborgen van een strategische en operationele betrokkenheid van artsen in de governance van de toekomstige ziekenhuisnetwerken. Wij steunen deze eis. Voor de kwaliteit van de patiëntenzorg is het essentieel dat artsen en ziekenhuizen in goede verstandhouding met elkaar omgaan, en dat artsen inspraak hebben in het beleid.Belangrijk voor ons is dat dit debat gekoppeld wordt aan de discussie over de afhoudingen van de artsenhonoraria in het ziekenhuismilieu en aan de discussie over de ereloonsupplementen. Laat ons deze debatten met open vizier en in alle transparantie voeren. Laat ons de cijfers duidelijk op tafel leggen en met de patiënt centraal de juiste beslissingen nemen. Laat ons gaan voor een billijke en solidaire financiering die tegemoetkomt aan de noden van zowel de instellingen, artsen als de patiënten.