...

"Het probleem is dat er binnen de revalidatiesector té weinig beslist wordt jongeren door te sturen naar gespecialiseerde revalidatiecentra", legt dr. Viaene uit. Vooral personen met een zware handicap worden volgens haar nog te weinig doorgestuurd.Referentiecentra"Vele personen binnen de sector van de revalidatie blijven daardoor buiten ons bereik", gaat dr. Annick Viaene verder. "Ik pleit er dan ook voor om te werken met referentiecentra. Daar is al sprake van in de oncologie, waar het natuurlijk dikwijls gaat om leven of dood. Maar er zouden ook in de revalidatiesector referentiecentra moeten komen, zodat de zogenaamd zware gevallen daar terecht komen en op termijn naar G-sport (sport voor personen met een beperking, nvdr) kunnen doorstromen."Binnen de sector van de revalidatie moet iedereen er van overtuigd worden, dat iedereen zijn specialisatie, zijn referentie, heeft, meent dr. Viaene. "Maar enkel in gespecialiseerde revalidatiecentra wordt sport aangeboden, belangrijk voor de sociale reïntegratie van mensen."OnwetendheidG-sport is in het algemeen nog vrij onbekend. Ook bij artsen is er nog veel onwetendheid, maar ook onzekerheid. Dr. Viaene: "Dokters weten niet goed wat te antwoorden als hen door patiënten vragen over G-sport worden gesteld. In de opleidingen kinesitherapie en lichamelijke opvoeding-bewegingsleer maakt aangepast sporten deel uit van het opleidingspakket. Deze lessen zouden ook moeten worden opgenomen in de opleidingen geneeskunde en verpleegkunde. Artsen moeten weten dat een handicap niet hoeft te betekenen dat je niet meer aan sport kan doen. De leuze moet zijn: sport voor iedereen."