...

Ovariumkanker krijgt veel minder aandacht dan borstkanker, maar is na cervixkanker de tweede frequentste gynaecologische kanker. Jaarlijks krijgen bijna 900 vrouwen in België deze diagnose. In de beginfase zijn er vaak geen klachten zijn. Daardoor wordt een tumor vaak laat ontdekt als er al uitzaaiingen zijn. Ovariumkanker is de vijfde oorzaak van mrotaliteit door kanker bij de vrouw.Op vraag van een groep clinici en het College voor Oncologie ontwikkelde het KCE een klinische praktijkrichtlijn, met aanbevelingen voor diagnose, behandeling en follow-up. In een volgende fase worden kwaliteitsindicatoren ontwikkeld. Zorgverleners zullen feedback krijgen over hun resultaten. Gerichte acties moeten de kwaliteit waar nodig te verbeteren.De richtlijn gaat in op volgende prioritaire vragen: Geeft het gebruik van de Risk of Malignancy Index voor therapeutische beslissingen betere resultaten bij een (complexe) ovariële massa zonder symptomen van gevorderde ziekte? Wat is het belang bij een vermoedelijk ovariumcarcinoom in een vroeg stadium van een intra-operatieve vriescoupe? Wanneer kunnen bij een borderlinetumor of (micro-)invasief gezwel in een vroeg stadium worden afgezien van een systematische pelvische en para-aortische lymfadenectomie en adjuvante chemotherapie? Hoe doeltreffend en veilig is laparoscopie in vergelijking met laparotomie voor behandeling in een vroeg stadium - en/of voor stadiëring? Geeft het gebruik van een PET-CT/laparoscopie/diffusie-gewogen MRI om het eindresultaat van chirurgie te voorspellen betere resultaten in het stadium IIIc-IV van ovariumkanker? Geeft de verwijdering van al het macroscopische tumorweefsel een betere prognose bij stadium cIII-IV dan wanneer macroscopische resttumor(en) van minder dan 1 cm of meer dan 1 cm achterblijven? Hoe doeltreffend en veilig zijn neo-adjuvante chemotherapie en interval-debulking in vergelijking met primaire debulking gevolgd door chemotherapie? Hoe effectief is de intraperitoneale chemotherapie met carboplatin/paclitaxel als eerstelijnsbehandeling in vergelijking met intraveneuze behandeling met carboplatin/paclitaxel? Hoe doeltreffend is wekelijkse toediening (dose dense) van chemotherapie met carboplatin/paclitaxel ten opzichte van de conventionele behandeling (driewekelijkse toediening) met carboplatin/paclitaxel? Zijn routinematige CA 125-metingen tijdens de follow-up doeltreffend?Het Kenniscentrum onderzocht daarnaast de literatuur op patiëntwaarden en -voorkeuren bij de behandeling van ovariumkanker. Het College voor Oncologie en de wetenschappelijke beroepsverenigingen staan in voor de implementatie van de richtlijn. De richtlijn (KCE report 268A) vindt u nu al terug op de website van het KCE.