...

De studie waaruit dat blijkt, werd uitgevoerd aan de universiteit van Chicago en betrof een cohorte van 3.005 Amerikaanse volwassenen tussen 57 en 85 jaar. Tijdens de eerste onderzoeksronde, in de periode 2005-2006, werd het vermogen gemeten om vijf geuren te benoemen: rozen, leder, sinaasappel, vis en pepermunt. Naargelang van hun antwoorden werden de deelnemers in drie categorieën verdeeld: normale reukzin (meer dan 75%), licht gewijzigde reukzin (20%) en reukzin verloren (3,5%). Tijdens de tweede onderzoeksronde, in de periode 2010-2011, keken de wetenschappers naar het aantal deelnemers dat nog in leven was. Er bleek dat 430 vrijwilligers intussen overleden waren, maar ook dat zij die de geuren niet hadden herkend er destijds slecht voor stonden: 39% van hen was overleden, terwijl de 5 jaarsmortaliteit 19% bedroeg bij de mensen met een gemiddelde score en 10% bij de personen met een goede score. Olfactorische disfunctie blijkt dus een betere voorspeller van het mortaliteitsrisico dan kanker, hartinsufficiëntie of longaandoeningen. De auteurs van de studie verklaren dit verschijnsel door een verminderd vermogen van de stamcellen van het olfactorische systeem om te regenereren.