...

Toch een verontrustende vaststelling door de vereniging van Belgische spoedartsen, vermits de helft van de Belgische urgentieartsen ernstig overweegt om uit het beroep te stappen en van job te veranderen. De balans tussen werk en privé is niet meer in evenwicht en burn-out dreigt zich bij veel betrokken artsen te manifesteren. Te veel werkuren, te veel administratie, te veel nacht - en weekendwerk met fysieke en emotionele uitputting tot gevolg. Een spoedafdeling is de open poort naar de meeste ziekenhuizen die er tot nog toe alle belang bij hebben om zoveel mogelijk patiënten, zieke mensen, door deze poort naar binnen te loodsen. Kwantiteit primeert boven kwaliteit vermits het betalingssysteem hoofdzakelijk prestatiegericht is en het dus kwantiteit betaalt. Een ander facet is de strikte opsplitsing van de eerste lijn en de tweede lijnsgeneeskunde, tussen de huisartsgeneeskunde en de specialistische geneeskunde, voor zover een huisarts uiteraard geen specialist zou zijn in zijn vak. In de gezondheidszorg zijn er heel wat grijze zones waarbij patiënten onterecht beroep doen op de spoed en eigenlijk door de huisarts minstens even goed, en zeker veel goedkoper voor de overheid, zouden kunnen verzorgd worden. In een recente studie, uitgevoerd door onderzoekers van de "Philips en de George Washington University School of Medical & Health Sciences, wordt beweerd dat een goede eerste lijn geen garantie biedt op minder bezoek aan de spoed. Deze studie werd uitgevoerd in zeven landen, waarvan 4 Europese, 2 Amerikaanse en Australië. België en zeker Vlaanderen, die nochtans bekend staan voor zijn vrij goed georganiseerde eerste lijn, werden hier helaas niet bij betrokken. Toch zijn bepaalde cijfers heel duidelijk. In de meeste landen gaan er 20 tot 24 % van de patiënten rechtstreeks zonder doorverwijzing naar de spoedafdeling. In België zou dit het dubbel zijn. In ons land zijn er 290 opnames per 1.000 inwoners, in Nederland 124 opnames per 1.000 inwoners, dus minder dan de helft. In Nederland en ook in de meeste landen die deelnamen aan de studie is een verplichte doorverwijzing door de huisarts naar de spoed vereist. In België niet. Iedereen kan zich zomaar wenden tot de spoed zonder verwijzing met al dan niet banale pathologie, zowel dringende als niet dringende zaken. Toch iets om eens ernstig over na te denken.Niet dringende ziekteverschijnselen horen per definitie niet thuis op een spoeddienst, maar wel in de huisartsgeneeskunde, die 80 tot 90% ervan zelf kan behandelen en begeleiden. De huisarts is van uit zijn specialiteit en ervaring het best geplaatst om de noodzakelijke doorverwijzingen te onderscheiden van de niet noodzakelijke. Slechts een heel klein percentage zal vanuit de huisartsgeneeskunde dan doorverwezen worden wat op zich reeds een hele ontlasting van de spoed zou kunnen betekenen. Volgens dr. Luc Beaucourt zouden op de spoed patiënten slechts op twee manieren mogen terechtkomen. Enerzijds via de 100-diensten, onder andere ongevallen op de weg, of anderzijds na doorverwijzing door de huisartsendiensten, hetzij met verwijsbrief, hetzij na telefonisch contact. Voordeel is dat de spoedarts dan per direct dankzij de verwijsinformatie onmiddellijk zicht krijgt op de belangrijkste gezondheidsinformatie betreffende de patiënt wat enorme tijdwinst en veel minder administratie met zich meebrengt. In de toekomst zal de spoedarts, net zoals de wachtarts, via het "Sumehr" , een gedeeltelijk medisch dossier waarin alle belangrijke medische data zoals historiek, medicaties en diagnoses vermeld staan, rechtstreeks inzage kunnen hebben in het medisch dossier van de huisarts die het GMD, het Globaal Medisch Dossier, beheert. Een ander onderscheid tussen spoed en huisarts is het feit dat een patiënt op de spoed, na verwijzing een gratis dienstverlening krijgt, en indien niet verwezen een remgeld betaalt, die ook volledig terugbetaald wordt door de mutualiteit. Dus spoeddiensten zijn in principe volledig gratis. Huisartsendiensten vergen nog steeds een remgeld, dat enkel bij hen die recht hebben op "DBR ", derdebetalingsregeling , zeer beperkt is. Waarom dit verschil blijven hanteren? Er zou dringend iets moeten veranderen aan de gebruikscultuur van onze gezondheidszorg. Patiënten moeten weten dat er een uitstekend goed georganiseerde huisartsgeneeskunde bestaat die de continuïteit van de zorg zeven dagen op zeven, tijdens de week en het weekend, 24 uur per dag verzekert en verzorgt. Er zijn, in Vlaanderen althans, de goed georganiseerde groepspraktijken en huisartsennetwerken die meer en meer het beeld van de toekomst zullen uitmaken van de eerste lijn. Er zijn de huisartsenwachtposten voor de weekends . N.B. Ook hier worden heel wat patiënten onterecht gezien , vermits heel wat banale zaken worden gezien die evengoed bij de eigen huisarts tijdens de week hadden kunnen gezien worden. Ook zijn er in veel huisartsenkringen de weekavondwachten van maandag tot vrijdag die 's avonds en 's nachts de continuïteit verzorgen vanaf 19 uur tot 8 uur.Toch dient vermeld dat er een negatieve invloed op de consumptiecultuur van onze gezondheidszorg uitgaat van de vele TV-soaps over spoeddiensten, alwaar patiënten, zeker bij ons, een totaal verkeerd beeld worden voorgeschoteld van hoe en waar men terecht kan voor de eerste zorg, de eerste gezondheidsopvang. Blijkbaar kan men voor alles terecht op de spoed, wat niet beantwoordt aan de realiteit. De huisarts was en blijft de "SPIL" van de gezondheidszorg. Voor een banale keelontsteking, een schrammetje, een kleine wonde, een verstuiking, banale hoofdpijn, buikpijn of gewrichtspijn, voor de meeste ziekteverschijnselen bij kinderen , moet men echt niet rechtstreeks naar de spoed hollen. Uw huisarts is er om dit op te vangen, te behandelen en te beoordelen. Elke patiënt dient een vaste huisarts te hebben, die het GMD met een Sumehr bijhoudt in zijn elektronisch dossier. Gevolg van dit alles zal zijn dat er inderdaad minder kwantiteit zal zijn op de spoed, doch meer kwaliteit van zorg en meer bevlogenheid, meer arbeidsvreugde. Enkel nog zorg waarvoor een spoeddienst voor staat, zoals ernstige zaken waarbij ingrijpende zorg nodig is . Laat deze suggesties realiteit worden en er zal geen tekort meer zijn aan spoedartsen, onze spoedartsen zullen rustiger tijd hebben om hun mooie job met volle overgave uit te voeren, met evenwicht in de balans tussen werk en privé, en minder kans op burnout. Iedereen tevreden, onze patiënten, de spoedartsen, de huisartsen en budgettair zeker ook de overheid.