...

"Er gebeuren veel meer CT-scans dan nodig", "dure CT-scans brengen geld in het laatje", "CT-scans blijven melkkoe", de radiologen zijn dit soort beweringen en koppen in de media beu. De Belgische Vereniging voor Radiologie zet enkele punten op een rij.Vast budgetRadiologen werken met de overheid juist hard mee aan campagnes om onnodige blootstelling aan röntgenstraling te beperken, zoals de campagne Medische beelden zijn geen vakantiekiekjes, wees er zuinig mee. Ze informeren de voorschrijvende artsen ook over het correcte gebruik van medische beeldvorming. Want juist is juist, stelt de BVR: radiologen kunnen zelf geen beeldvormend onderzoek voorschrijven. Dat doen andere artsen.Radiologen hebben er bovendien ook geen belang bij het aantal onderzoeken proberen op te drijven, zo benadrukt de BVR. De sector radiologie werkt immers met een gesloten budget. Meer onderzoekingen betekent dus niet meer inkomsten. Radiologen zouden zo alleen de eigen werkbelasting vergroten zonder dat dit meer geld in het laatje brengt.Natuurlijke groeiHet budget voor CT-scans blijft daarentegen wel stijgen, maar dat is perfect te verklaren door demografische en technologische ontwikkelen. De BVR rekent voor dat ieder jaar het aantal oncologische patiënten met 43.000 stijgt. Bij deze patiënten is meestal een CT-scan nodig voor de diagnose en de stadiëring - bovendien worden ze om de drie of zes maanden verder opgevolgd om de effecten van therapie te beoordelen.Als je voor al dit bijkomend aantal patiënten jaarlijks een CT-scan van hals/thorax/abdomen neemt, krijg je een meeruitgave van 6-10 miljoen. Dat verklaart volledig de meeruitgave die in het vooruitzicht is gesteld (voor 2015 was dat 9 miljoen euro, waarvan 8,6 voor CT hals/thorax/abdomen).Dat de campagnes falen en de kosten alleen maar de hoogte injagen is een fabeltje, zo stelt de BVR. De campagnes focusten totnogtoe vooral op CT schedel en CT wervelkolom, en een detailanalyse toont daar een vermindering van de uitgaven met een kwart miljoen euro.MRIMRI is vaak een beter alternatief voor CT - het stelt patiënt bijvoorbeeld niet bloot aan röntgenstralen. Maar van dat alternatief wordt nog te weinig gebruik gemaakt. Ook dat ligt niet aan de radiologen. Het probleem is dat er te weinig MRI-toestellen beschikbaar zijn. Deze apparatuur is immers 'geprogrammeerd'. In 2014 viel de beslissing om 12 extra MRI-toestellen te installeren - hiervan komen er zeven in Vlaanderen. Ondertussen zijn nog maar enkele nieuwe toestellen beschikbaar gekomen (zie ook AK2444).Het gevolg is dat dan toch maar weer een beroep wordt gedaan op CT als voorlopige oplossing. Het verwijt dat de radiologen het aantal CT-scans de hoogte injagen, komt dan weer al te makkelijk, zo besluit de BVR.