Gelet op de toenemende levensverwachting, het stijgend aantal chronisch zieken - vaak met complexe co-morbiditeit - en de snelle en dure technologische vooruitgang is het logisch dat het globale kostenplaatje van deze gezondheidszorg continu zorgen baart. Het is logisch dat vanuit uiteenlopende ideologische visies diverse oplossingen aangereikt worden. Maar tegelijkertijd is het essentieel dat door de diverse 'stakeholders' een aantal essentiële spelregels gerespecteerd worden.

In essentie definiëren de minister en de regering het budgettair kader voor de gezondheidszorg. Nadien wordt een belangrijke rol toebedeeld aan de zogenaamde 'partners', vertegenwoordigd in diverse commissies. In de regel verstaat men hieronder enerzijds de 'ziekenfondsen', anderzijds de 'zorgverstrekkers'.

De vaststelling dat het 'overleg' tussen die 'partners' geen eenvoudige zaak is, is een understatement van formaat. Iedereen kent de van oudsher bestaande 'zuilen' waarin diverse mutualiteiten zich nog steeds bevinden en hun nauwe verbondenheid met politieke partijen. Meer ingewijden storen zich in toenemende mate aan het feit dat die mutualiteiten steeds meer een rol van zorgverstrekker kunnen opnemen (via hun 'dienstverlening') terwijl ze bovendien, in hun rol van verzekeraar, ook nog aan de Riziv-knoppen mogen zitten. Verder zijn de mutualiteiten via beheerders en/of adviseurs ook in belangrijke mate vertegenwoordigd in diverse raden van bestuur van ziekenhuizen.

In dergelijke context is het van het allergrootste belang dat syndicale artsenorganisaties een maximale onafhankelijkheid aan de dag leggen tegenover het politiek establishment en hun diverse zuilen.

Voor AADM is dit niet het geval. Het is verontrustend om vast te stellen dat dit gegeven zo weinig aandacht krijgt. De federale regelgeving gaat uit van het gegeven dat representatieve artsenorganisaties moeten kunnen bogen op een vertegenwoordiging binnen minstens twee gewesten en dit zowel voor huisartsen als specialisten. Bij de artsenverkiezingen van juni 2014 was de toenmalige minister van mening dat drie artsensyndicaten hieraan voldeden. Het zij zo.

Het is sowieso voor artsen moeilijk om op alle fronten tegelijk weerwerk te bieden tegen de ziekenfondsen, maar met een bijkomende tandem CM-AADM wordt dit extreem moeilijk.

Maar men kan niet buiten het feit dat één van deze organisaties, met name AADM, een zeer duidelijke link vertoont met één politieke partij, met name CD&V en haar bevriende mutualiteit, de CM. De implicaties hiervan worden steeds duidelijker. Het is sowieso voor artsen - en zorgverstrekkers in het algemeen - moeilijk om op alle fronten tegelijk weerwerk te bieden tegen de ziekenfondsen, maar met een bijkomende tandem CM-AADM wordt dit extreem moeilijk. Dit werd recent nog eens mooi geïllustreerd toen CM-voorzitter Luc Van Gorp, als 'cavalier seul', een mogelijke sluiting van 1 op 4 ziekenhuizen vooropstelde. In essentie werd de heer Van Gorp enkel bijgetreden door Roel Van Giel, voorzitter van Domus Medica, onderdeel van het (Vlaams huisartsen-) syndicaat AADM.

De collegae van AADM kunnen (of willen) zich blijkbaar in de verste verte niet inbeelden welke complexe fenomenen en pijnlijke beslissingen (voor zowel patiënten, verpleegkundigen, artsen, zorgverstrekkers in het algemeen als voor de lokale bevolking) komen kijken bij sluiting van ziekenhuizen, fusies, forse herstructureringen enz.

Ze voelen zich niet gehinderd om dit voor te stellen als 'hervormingen'. Er van uit gaan dat de meeste van de huidige ziekenhuistaken zomaar zullen kunnen worden overgenomen door de 'eerste lijn' getuigt van grenzeloze naïviteit of van extreme overmoed.

Wanneer een organisatie zoals BVAS met een traditie van zeer actieve participatie in de diverse overlegorganen (ook binnen de ziekenhuizen) en grondige kennis ter zake hier kanttekeningen bij plaatst, leidt dit vanwege AADM tot het verwijt van #armsyndicalisme en #trumpiaans!

BVAS heeft van oudsher een consequente visie waarbij kwaliteitsvolle maar tegelijk ook innovatieve geneeskunde geleverd wordt via een concept van vrije geneeskunde met zoveel als mogelijk 'vrij beroep zorgverstrekkers'. Wij zijn er van overtuigd dat dit concept nog steeds gedragen wordt door het merendeel van artsen, maar evenzeer door het merendeel van de patiënten.

Het staat andere organisaties vrij om te pleiten voor forfaitaire geneeskunde met vaste inschrijving van de patiënt bij welbepaalde corporatistische structuren. Maar dan mogen zij niet langer voorhouden ook de 'artsenbelangen' te dienen of een 'huis voor artsen' te zijn.

Gelet op de toenemende levensverwachting, het stijgend aantal chronisch zieken - vaak met complexe co-morbiditeit - en de snelle en dure technologische vooruitgang is het logisch dat het globale kostenplaatje van deze gezondheidszorg continu zorgen baart. Het is logisch dat vanuit uiteenlopende ideologische visies diverse oplossingen aangereikt worden. Maar tegelijkertijd is het essentieel dat door de diverse 'stakeholders' een aantal essentiële spelregels gerespecteerd worden.In essentie definiëren de minister en de regering het budgettair kader voor de gezondheidszorg. Nadien wordt een belangrijke rol toebedeeld aan de zogenaamde 'partners', vertegenwoordigd in diverse commissies. In de regel verstaat men hieronder enerzijds de 'ziekenfondsen', anderzijds de 'zorgverstrekkers'.De vaststelling dat het 'overleg' tussen die 'partners' geen eenvoudige zaak is, is een understatement van formaat. Iedereen kent de van oudsher bestaande 'zuilen' waarin diverse mutualiteiten zich nog steeds bevinden en hun nauwe verbondenheid met politieke partijen. Meer ingewijden storen zich in toenemende mate aan het feit dat die mutualiteiten steeds meer een rol van zorgverstrekker kunnen opnemen (via hun 'dienstverlening') terwijl ze bovendien, in hun rol van verzekeraar, ook nog aan de Riziv-knoppen mogen zitten. Verder zijn de mutualiteiten via beheerders en/of adviseurs ook in belangrijke mate vertegenwoordigd in diverse raden van bestuur van ziekenhuizen.In dergelijke context is het van het allergrootste belang dat syndicale artsenorganisaties een maximale onafhankelijkheid aan de dag leggen tegenover het politiek establishment en hun diverse zuilen.Voor AADM is dit niet het geval. Het is verontrustend om vast te stellen dat dit gegeven zo weinig aandacht krijgt. De federale regelgeving gaat uit van het gegeven dat representatieve artsenorganisaties moeten kunnen bogen op een vertegenwoordiging binnen minstens twee gewesten en dit zowel voor huisartsen als specialisten. Bij de artsenverkiezingen van juni 2014 was de toenmalige minister van mening dat drie artsensyndicaten hieraan voldeden. Het zij zo. Maar men kan niet buiten het feit dat één van deze organisaties, met name AADM, een zeer duidelijke link vertoont met één politieke partij, met name CD&V en haar bevriende mutualiteit, de CM. De implicaties hiervan worden steeds duidelijker. Het is sowieso voor artsen - en zorgverstrekkers in het algemeen - moeilijk om op alle fronten tegelijk weerwerk te bieden tegen de ziekenfondsen, maar met een bijkomende tandem CM-AADM wordt dit extreem moeilijk. Dit werd recent nog eens mooi geïllustreerd toen CM-voorzitter Luc Van Gorp, als 'cavalier seul', een mogelijke sluiting van 1 op 4 ziekenhuizen vooropstelde. In essentie werd de heer Van Gorp enkel bijgetreden door Roel Van Giel, voorzitter van Domus Medica, onderdeel van het (Vlaams huisartsen-) syndicaat AADM. De collegae van AADM kunnen (of willen) zich blijkbaar in de verste verte niet inbeelden welke complexe fenomenen en pijnlijke beslissingen (voor zowel patiënten, verpleegkundigen, artsen, zorgverstrekkers in het algemeen als voor de lokale bevolking) komen kijken bij sluiting van ziekenhuizen, fusies, forse herstructureringen enz. Ze voelen zich niet gehinderd om dit voor te stellen als 'hervormingen'. Er van uit gaan dat de meeste van de huidige ziekenhuistaken zomaar zullen kunnen worden overgenomen door de 'eerste lijn' getuigt van grenzeloze naïviteit of van extreme overmoed.Wanneer een organisatie zoals BVAS met een traditie van zeer actieve participatie in de diverse overlegorganen (ook binnen de ziekenhuizen) en grondige kennis ter zake hier kanttekeningen bij plaatst, leidt dit vanwege AADM tot het verwijt van #armsyndicalisme en #trumpiaans!BVAS heeft van oudsher een consequente visie waarbij kwaliteitsvolle maar tegelijk ook innovatieve geneeskunde geleverd wordt via een concept van vrije geneeskunde met zoveel als mogelijk 'vrij beroep zorgverstrekkers'. Wij zijn er van overtuigd dat dit concept nog steeds gedragen wordt door het merendeel van artsen, maar evenzeer door het merendeel van de patiënten.Het staat andere organisaties vrij om te pleiten voor forfaitaire geneeskunde met vaste inschrijving van de patiënt bij welbepaalde corporatistische structuren. Maar dan mogen zij niet langer voorhouden ook de 'artsenbelangen' te dienen of een 'huis voor artsen' te zijn.