...

De Nationale Raad vraagt hierover ook een onderhoud met minister De Block zodat ze haar standpunt kan toelichten. Waar gaat het over? Artikel 7 van de nieuwe interneringswet van 5 mei 2014 bepaalt dat de persoon die aan een forensisch psychiatrisch deskundigenonderzoek wordt onderworpen zich altijd kan laten bijstaan door een arts naar keuze en door een advocaat. Die advocaat moet toezien op de 'regelmatigheid van de procedure en op de eerbiediging van het recht op verdediging'. Hierdoor, zo stelt de Orde, wordt een analogie gecreëerd tussen het forensisch psychiatrisch deskundigenonderzoek en het politionele verhoor. Dit laatste is echter gericht op 'waarheidsvinding' terwijl het eerste betrekking heeft op de gezondheidstoestand van de betrokkene. En dus vereist het forensisch psychiatrisch deskundigenonderzoek ook een relatie tussen de betrokkene en de arts. Pas dan kan een dialoog tot stand komen waarbij de betrokkene vrijuit kan spreken. Terwijl een advocaat enkel de juridische belangen van de betrokkene wil vrijwaren. "De aanwezigheid van derden, vooral als ze geen gezondheidszorgberoep uitoefenen, brengt de dialoog en het tot stand komen van een onderzoeksrelatie tussen de psychiater en de betrokkene in het gedrang," stelt de Orde. "Er kunnen ook juridische discussies ontstaan terwijl de psychiater niet bevoegd is zich daarover uit te spreken", zo luidt het nog.