...

Het aantal MOC's voor een nieuwe oncologische aandoening bedroeg 77.725 in 2016 , volgens de audit van het Riziv - dat zijn er maar een paar honderd meer dan in 2015. Het aantal opvolgings-MOC's (46.633) nam wel beduidend toe in vergelijking met het vorig jaar: plus 7,33 procent.Dat er een bijkomende MOC wordt georganiseerd, op doorverwijzing, in een ander ziekenhuis is uitzonderlijk (664 gevallen) maar gebeurde in 2016 wel iets vaker (stijging met 23%).Tweederde van de MOC's (66,1%) werd gecoördineerd door een medisch oncoloog of hematoloog, eventueel een kinderoncoloog. Als een medisch oncoloog op het MOC aanwezig is, neemt hij blijkbaar steeds vaker de coördinatie op zich (+7,81%). Het aantal keren dat deze specialisten een gewone aanwezigheid op het MOC factureert daalde met bijna vijf procent (-4,78%).Toelichten aan patiëntVoor bijna een kwart van het aantal MOC's werd ook een langdurig consult gerekend voor de toelichting van de conclusies aan de patiënt (30.717 keer). Maar het zijn bijna steeds specialisten die deze prestatie rekenen. Huisartsen deden dat in 743 van die gevallen - 2,4% van het totaal. Deze prestaties wordt van jaar tot jaar vaker aangerekend. Ook huisartsen wagen er zich steeds vaker aan: tegenover 2015 gaat het bij hen zelfs om een toename met 34,6%. En tegenover 2014 verdubbelde het aantal van deze 'prestaties' door huisartsen.