...

Hoe een koe een haas vangt, weet je maar nooit. En hoewel er dus wel goede redenen voor zijn, is de kans gering dat de ziekenfondsen op korte termijn de geest geven. Ook felle tegenstanders erkennen trouwens dat ze nog wel enkele troeven achter de hand hebben. Geen enkel artsensyndicaat is bijvoorbeeld vragende partij om de commissie artsen-ziekenfondsen af te schaffen. In de medicomut houden zorgverstrekkers en ziekenfondsen elkaar netjes in evenwicht. Dat kan enkel omdat beide partijen over de nodige knowhow en expertise beschikken. Het alternatief, rechtstreeks met het beleid onderhandelen of het dictaat van de politiek ondergaan, is trouwens voor niemand te pruimen. De patiëntenverenigingen zijn in deze ook geen vragende partij. Mismeesterd maar desondanks een troef is de aanvullende verzekering. Om hun geloofwaardigheid op peil te houden, maken ziekenfondsen best dringend schoon schip met de terugbetaling van sauna, homeopathie en andere toestanden. Eens dat voor de bakker, kan de aanvullende verzekering effectief ontbolsteren tot een laboratorium waarin men experimenteert met innovatieve technieken alvorens ze te introduceren in de verplichte ziekteverzekering. Bij dit alles kan het uiteraard niet dat mutualiteiten rechter en partij zijn. Een smetteloos blazoen is primordiaal. Elk ziekenfondsbelang in apotheken, ziekenhuizen enzoverder moet eruit. En misschien nog wel het moeilijkste: de mind shift. Paternalisme heeft zijn tijd gehad. Een eigentijdse werking vergt een moderne, klantvriendelijke attitude. Daarvan dient elkeen binnen het ziekenfonds doordrongen te zijn, van de eenvoudigste (loket)bediende tot de top.